'Machines zouden zoveel gelukkiger zijn als ze niet met ons opgescheept zaten.'
'De versnelling is aan het versnellen.' Zo voelt schrijver en kunstenaar Douglas Coupland het aan, één van de scherpste waarnemers van onze tijd. 'Behalve onze emoties zal zowat alles in onze levens over tien à vijftien jaar achterhaald zijn. Daar werden we echt niet voor gemaakt.'
Techniek: Raphael Cockx
'De uitvinding van de hamburger was een manier om koeien te homogeniseren.' Het is een zin van Douglas Coupland, en hij is Douglas Coupland ten voeten uit. De 53-jarige Canadees is een heleboel dingen: bestsellerauteur, scenarist, columnist, visueel kunstenaar, beeldbouwer, meubelmaker – et j'en passe. Maar bovenal is hij geestig. Ontzettend geestig. Een vlijmscherpe geest, ook. Hamburgers zijn een manier om koeien te homogeniseren. Niets tegen in te brengen.
Douglas Coupland wordt – terecht – bejubeld als de chroniqueur bij uitstek van het moderne leven. Hij heeft een column in het zeer eerbiedwaardige The Financial Times, maar evengoed in Vice, het nieuwe hippe medium van het moment. Het zegt iets. Begin dit jaar was Coupland artist in residence in The Lab, Googles culturele instituut in Parijs. Als geen ander capteert hij de tijd en tijdgeest. 'Generatie X', de titel van zijn spraakmakende debuut, werd een kwarteeuw geleden een instant-begrip.
Coupland: exegeet van het hier en nu. 'De zeitgeist van de 21ste eeuw', schreef hij in zijn boek 'Kitten Clone' van vorig jaar, 'is dat we veel zeit hebben, maar niet veel geist. Ik ben geschokt dat ik die zin net geschreven heb, maar ze is waar. Er is iets emotioneel iel aan ons huidige tijdperk, en de wereld draait almaar sneller.' Het is voor zulke zinnen dat lezen met een potlood uitgevonden werd.
Wie Coupland leest, onderstreept veel, zet het ene uitroepteken na het andere, en kijkt anders naar de wereld. Neem de hamburgers van hierboven. Die zijn meer dan gewoon een clevere oneliner. Ze zijn het begin van een hele gedachtegang. 'De moderne cultuur sinds 1900 gaat over het meedogenloos homogeniseren van al wat er te homogeniseren valt', gaat die. Facebook-duimen en Twitter-limieten zijn nooit meer dezelfde, eens je daarover hebt nagedacht. Voor al uw emoties: een pictogram. Voor al uw diepste gedachten: 140 tekens. Voor alle andere ook. Voor uw hele zelfbeeld: een selfie.
Coupland, dwarsdenker. Over Silicon Valley: 'Het is het geld dat the Valley sexy maakt, want voor het overige is er niet veel bijzonder sexy aan wat er daar gebeurt. Tech is tech. Kabels en routers zijn kabels en routers.' Hij wijst er ook op dat iedereen het over the Valley heeft, maar dat bijna niemand het meteen, zonder al te veel twijfelen, kan lokaliseren op planeet aarde. Zou ú het kunnen? Amerikaanse Westkust, oké. Maar boven? Onder? Ergens in het midden?
Coupland, koning van de krachtige en pakkende metaforen. Over vandaag: 'In de 21ste eeuw is het leven een karaoke: een nimmer aflatende poging om onze waardigheid te behouden terwijl een wirwar aan data oncontroleerbaar over een scherm bliept.'
Geen UFO's
Die karaoke is een schouwspel dat Douglas Coupland al lang observeert. Een kwarteeuw geleden al introduceerde hij het nieuwe woord 'cryptotechnofobie' – de geheime angst dat technologie meer kwaad doet dan goed. De fax en de walkman waren nog trendy toen hij dat schreef. Zijn debuut uit 1991 had al als ondertitel 'Vertellingen voor een versnelde cultuur.' Toen al. Computers deden er toen nog eeuwen over om op te starten. Ze waren nog niet verbonden met internet. 'Visionair', heet dat dan.

Foto: Belga - Bewerking: Filip Ysenbaert
Wat doet dat met een visionair – zo lang naar karaoke kijken? Wat brengt zoiets zo iemand bij over de Mens, Machine, en de optelsom van beide? Coupland wil met veel plezier op mijn vragen antwoorden, laat hij weten. Maar dat wil hij liefst via e-mail. Hij wil rustig kunnen nadenken. En hij heeft spelregels. Ik krijg drie rondes van vijf vragen. 'Eén vraagteken = één vraag. Verschillende vragen in één vraagteken proppen is een no-no.' O, en het mag ook niet als huiswerk aanvoelen, voegt hij daar nog aan toe.
Dat klinkt behoorlijk afgemeten allemaal, maar dat blijkt het uiteindelijk allerminst. Mijn e-mails worden uitgebreid en genereus beantwoord. Zowat elke zin krijgt een gevatte repliek, als was het een gesprek. Coupland – Doug, in zijn mails – beantwoordt mijn eerste ronde vragen vanop duizenden meters hoogte, bij een buitentemperatuur van -48,2 graden. Hij zit op een vlucht van Canada naar Europa. Er is wifi aan boord, laat hij weten. En er wordt – 'Oh God' – gezouten kabeljauw geserveerd.
Coupland komt van een literaire ceremonie. 'Kitten Clone' stond op de shortlist van een belangrijke Canadese non-fictie prijs. Bijzonder boek: het is een scherpzinnig en prikkelend portret van Alcatel Lucent, een bedrijf de internetrevolutie van onder meer zijn kabels voorziet. Coupland schreef het voor 'writers in residence', opgericht door bestsellerfilosoof Alain De Botton.
Een citaat. 'Acceleration is accelerating', de versnelling is aan het versnellen. Er wordt weleens gezegd dat wij mensen de voornaamste remmende factor zijn. Akkoord?
Douglas Coupland: 'Machines zouden zoveel gelukkiger zijn als ze niet met ons opgescheept zaten... maar jammer genoeg zijn ze dat wel. Ik denk dat we er allemaal vrede mee moeten nemen dat datgene waarvan we ooit dachten dat het de toekomst was daar ver weg aan de horizon, in feite datgene is waar we nu in wonen. En dat dat niet zal weggaan. Het is onze nieuwe en permanente thuis.'
'Dit is een volledig nieuwe staat van zijn. Velen haten het. De mensheid maakt het heel erg duidelijk dat veel van haar leden geen vooruitgang willen. Of technologische ontwikkeling. Of betere wifi. Of... Ik denk dat u wel begrijpt wat ik bedoel. Maar het is niet alsof er een 'uit'-knop is. Dus probeer er op de één of andere manier mee verzoend te geraken. Veel ervan is echt geweldig. En als ik de toekomst waarin we aangekomen zijn, vergelijk met de toekomst die ik tijdens het opgroeien verwachtte, dan denk ik dat datgene waarover we nu zeuren in veel opzichten utopisch is.'
'(Noot: Als je de versnelling versnelt, dan denk ik dat je mathematisch gezien in de vierde dimensie terechtkomt... Wat griezelig veel klinkt als een manier om ons huidige leven te beschrijven.)'
Wat leren al die nieuwe technologieën ons over onszelf dat we niet hadden geweten, als we ze niet hadden gehad?
Coupland: 'Een antwoord op die vraag zou eigenlijk een boek van 70.000 woorden moeten zijn. Ik kan hier dus maar beter voor een gecomprimeerde versie gaan.'
'Ik denk dat we de meest extreme parameters leren kennen van wat het betekent om een mens te zijn. We zijn het enige dier op aarde dat geen echt doel heeft, als je het vanuit ons ecosysteem bekijkt. We zijn, in essentie, het ergste wat een planeet ooit is overkomen: we concentreren radioactieve isotopen, we overspoelen de hele planeet met synthetische agrotoxines en plastic afval, we vernietigen het klimaat. En toch vinden we onszelf ge-wel-dig. Ik snap het gewoon niet.'
'Maar we zijn hier wel, en we moeten de feiten onder ogen zien. Dus... laten we kijken wat we kunnen leren van ons extreme gedrag. En laten we nagaan hoe we geïnspireerd kunnen worden door het beste daarvan, en hoe we kunnen leren om de vergissingen van het slechtste ervan niet te herhalen.'
Couplands antwoord waaiert uit in een stream of consciousness: vrienden hebben hem een groepsvideo gestuurd van een verjaardagsfeestje in Zuid-Amerika, schrijft hij. Het rundsvlees op het vliegtuig is verbazingwekkend lekker. 'Mensen over de hele planeet begaan wreedheden tegenover elkaar; minder mensen dan ooit leven onder de armoedegrens van de VN...' Het leest als een snapshot van een verbonden brein. 'Het gaat maar door en door', besluit hij.
U ziet het internet als een 'supertool'...
Coupland: (knipt de vraag in twee) 'Wel, zou u dat dan niet doen? Hallo!'
... die zich permanent in onze innerlijke levens nestelt. Volgens de fantastische essaybundel 'De Barbaren' van uw Italiaanse collega Alessandro Baricco worden we daardoor een andere soort. De Franse filosoof Michel Serres heeft het in zijn ook al geweldige boek 'De Wereld onder de Duim' over 'een metamorfose'. Ziet u dat ook zo?
Coupland: 'Ik heb ze niet gelezen, dus ik neem uw synopsis graag voor waar aan. Wat ik weet, is dat UFO's geen technologie op aarde zijn komen dumpen. Het zijn mensen zelf die technologie gemaakt hebben, en als zodanig kunnen technologieën onze menselijkheid alleen maar verlichten. Dat is twee keer hetzelfde zeggen, maar soms worden we arrogant, en vergeten we dat.'
'De enige manier waarop wij een nieuwe soort kunnen worden, is als nakomelingen niet langer nakomelingen kunnen voortbrengen.'

© Brian Howell
SpëllChek
Ergens hemelhoog worstelt Coupland met de taal van zijn spelchecker, laat hij weten. Die is – vrij koppig, blijkbaar – Nederlands geworden. Ik moet aan SpëllChek denken, als ik zijn milde wanhoop lees, een fictieve heavy metalband uit een van zijn kortverhalen. In het verhaal gaan twee fans naar een reünieconcert kijken. Bruiser en Stabby, heten ze, letterlijk: Kneuzer en Steker. Tijdens het concert blijkt iedereen plots vergeten te zijn wat getallen zijn, en kan niemand nog lezen of schrijven. Een en ander ontaardt.
Coupland: 'By the way, ik ondervind dat ons brein-post-internet veel gemakkelijker nieuwe talen aanleert. Hebt u dat ook al gemerkt? Ik was vaak in Parijs dit jaar. Ik ging naar de Steen van Rosetta kijken en – whaam! Instant Frans.'
'Vrienden van mij voelen dat ook. En dat is super ironisch, natuurlijk, dat het gemakkelijker wordt om talen aan te leren precies op een moment in de geschiedenis waarop we geen vertalingen meer nodig hebben. Onze toestellen kunnen het werk nu voor ons doen. De apps om teksten om te zetten zijn het griezeligst. Ze kunnen zelfs lettertypes herkennen als ze een gigantisch menu in een Italiaans restaurant naar het Hindi vertalen.'
U merkt in 'Kitten Clone' op dat tech-mensen een hekel hebben aan de vraag wat de toekomst brengt. Wat denkt ú? Waar zijn we over 25 jaar?
Coupland: 'Ik denk dat we in een betere versie van vandaag zullen zitten. Haat u dat antwoord niet? Het is nochtans waar. Waarom zien we de toekomst toch zo obsessief als een shithole? Eigenlijk gaat het geweldig worden.'
Geweldig, maar Coupland plaatst er niettemin de nodige kritische kanttekeningen bij. Ik vraag hem naar een idee dat regelmatig terugkomt in zijn werk: de crisis van het individu. Het internet, merkt hij op, zet iedereen willens nillens op hetzelfde informatiedieet. Het homogeniseert ons denken en onze cultuur.
U gebruikt dat prachtige beeld van pop-art-paus Andy Warhol, die geloofde dat alle Chinese restaurants in Manhattan één grote jumbo-keuken hadden onder de grond, die ze allemaal bevoorraadde. Riskeren we een monocultuur, waarin alle individualiteit verdwijnt?
Coupland: 'Ik maak me daar zorgen over, ja, maar ik denk dat dat onnodig is. Zelfs maar één enkel bezoekje aan (sociale nieuwswebsite; nvdr.) Reddit, waar je het beste en het slechtste van het menselijke denken aan de oppervlakte ziet komen, kan het herbevestigen: we zijn een eindeloos fascinerende soort. Mogelijk angstaanjagend voor de planeet, maar toch: fascinerend.'
Is zo'n monocultuur de grootste bedreiging van de omwenteling die zich vandaag voltrekt?
Coupland: 'Nee. Maar het zou een goeie film kunnen opleveren van een ondergewaardeerde jonge hacker met een hoodie die ten strijde trekt tegen evil corporations, en ... Wordt u niet gewoon ziek van dat cliché? Kunnen we een wet uitvaardigen om televisie en films te stoppen om dat als een premisse te gebruiken? En wist u dat alle Hollywoodstudio's hun staf verbieden om een script aan te nemen dat begint met een man die voor een computer zit? Echt waar.'
Ik raad Coupland bij wijze van postscriptum een boek aan uit 1907: 'La 628-E8', van de Franse schrijver/journalist Octave Mirbeau. Het is een lange liefdesbrief aan zijn eerste auto – de titel verwijst naar zijn nummerplaat. Die technologie, gloednieuw op dat moment, schakelt niet alleen Mirbeaus bestaan in een hogere versnelling. Ze lijkt ook de rest van de wereld plots sneller te doen draaien. Precies zoals de digitale omwenteling dat vandaag doet. Coupland koopt het boek meteen online. 'Het zal bij me thuis liggen als ik binnen een week terug ben', schrijft hij.
Vooruitgang!
'Zo. Veel. Porno.'
E-mail #2, een week later. Ik heb de spelchecker bij het opstellen van mijn vragen preventief op Engels gezet. 'THANK YOU', e-mailt Coupland me terug. Soms zit geestigheid gewoon in hoofdletters. Alweer schrijft hij me vanop een vliegtuig. Dit keer gaat het, aan 877 kilometer per uur, richting Canada.
Ter voorbereiding van de tweede vragenronde ben ik naar een tentoonstelling gaan kijken van zijn beeldend werk, in het Witte de With Center for Contemporary Art in Rotterdam. Coupland heeft een zwakke plek voor de stad, schrijft hij. 'Rotterdam is Amsterdam zonder toerisme. Of geschiedenis. Ze vinden er het verleden niet leuk, of ze willen het niet. Ik houd daarvan. Het is onbewust hoogst futuristisch.'
Zullen we het verleden nog willen in de toekomst? Zal er überhaupt nog een verleden zijn? Precies dat is het thema van Couplands tentoonstelling, die nog tot begin januari in Witte De With te zien is. 'Bit rot', is de titel van de expo. Hij verwijst naar het fenomeen waarbij digitale data na verloop van tijd spontaan ontbinden. Denk aan betonrot, maar dan voor enen en nullen.
Er wordt weleens gezegd dat onze beschaving geen sporen zal nalaten.
Coupland: 'Dat zou zelfs waar zijn mochten we alleen maar grote Paaseiland-hoofden maken om mee te communiceren. Het is gewoon een ander tijdsframe. Maar evengoed: print je jpegs (elektronische afbeeldingen; nvdr.) nú uit, want binnen afzienbare tijd zullen ze verdampen in elektronenwolkjes.'
Dat is delicieus ironisch...
Coupland: 'In zekere zin. Maar niet alles is het waard om bijgehouden te worden.'
... want dat betekent dat ons Tijdperk van Informatie er voor toekomstige historici net zo zal uitzien als de Prehistorie.
Coupland: 'Het zou veeleer kunnen zijn zoals de vlaktes van Nazca, met kleine hoeveelheden verleidelijk context-vrije data.' (Op de vlaktes van Nazca in Peru tekenden Indianen tussen 200 voor en 900 na Christus vele tientallen immense geometrische figuren van soms honderden meter lang. Tot vandaag is het onduidelijk hoe en waarom ze dat deden, en wat de figuren vertellen; nvdr.)
Wat moeten we van onze hedendaagse beschaving zeker wél bijhouden?
Coupland: 'Kunst.'
De kunst van Coupland zelf, in 'Bit Rot', zit in de pop-art-traditie van de jaren '60. Aan twee immense muren hangen 144 veelkleurige kaders met slogans die hij bedacht voor de 21ste eeuw. Ik vind ze geweldig, e-mail ik hem, en dat meen ik ook. 'Dat is omdat ze wáár zijn', antwoordt hij. Het zijn in elk geval stuk voor stuk conversation starters. Een willekeurige greep:
'Technology is the only remaining link to the Enlightnement.'
Technologie is de enige link die nog overblijft naar de Verlichting.
'You can have information or you can have a life. But you can't have both.'
Je kunt informatie hebben, of je kunt een leven hebben. Maar beide is onmogelijk.
'Nostalgia has never been so useless.'
Nostalgie is nog nooit zo nutteloos geweest.
'So. Much. Porn.'
Zo. Veel. Porno.


Douglas Coupland, Slogans for the Twenty-First Century, 2011-ongoing, fotograaf Cassander Eeftinck-Schattenkerk, installatiefoto Witte de With Center for Contemporary Art 2015
Immer terugkerend thema: het brein. 'Eens het internet je brein gekoloniseerd heeft, kan het niet gedekoloniseerd worden', luidt een slogan. Een andere: 'Ik mis mijn pre-internet brein.' Daar zijn ook t-shirts van te koop. Het is een leitmotiv in Couplands columns en boeken: het gevoel dat het internet ons brein ingrijpend en onherroepelijk veranderd heeft.
Wat precies mist u aan uw pre-internet brein?
Coupland: 'Ik mis het niet meer. Ik ben daar zes maanden geleden mee gestopt. Mijn nieuwe motto zou kunnen zijn: 'I no longer need my pre-internet brain.' Het is tijdverlies om 20ste eeuws te proberen zijn in de 21ste eeuw. Je lijkt gewoon oud en je mist ook alle fun. En er is véél fun.'
Wat vindt u leuk aan uw post-internet brein? Zonder welke dingen zou u niet meer kunnen?
Coupland: 'Snelheid. Diepte. Rijkdom. Toegang tot data. Toegang tot ideeën. Jonge mensen herinneren zich niet meer hoe vervelend de wereld ooit was. Alles duurde eeuwen. Mensen met macht buitten het onevenwicht van informatie meedogenloos uit. Niets veranderde van jaar tot jaar. Het was vreselijk. Denk gewoon aan de jaren '80. Wat een dump van een decennium.'
Andere blikvanger op de 'Bit Rot'-tentoonstelling: een installatie met als titel 'Het Levende Internet'. Een kolonne krioelende robotstofzuigers is dat, waarop 3D-objecten gemonteerd zijn: voorstellingen van zoekopdrachten op internet. Coupland maakte het werk tijdens zijn verblijf aan het cultureel instituut van Google in Parijs.

'Het Levende Internet', fotograaf Cassander Eeftinck-Schattenkerk, installatiefoto Witte de With Center for Contemporary Art 2015
Nog bij Google gaf hij werknemers 1.000 woorden en zinnen om de 100 meest voorkomende zoekopdrachten errond in februari te achterhalen. Geanonimiseerd, vanzelfsprekend. En gekuist. Wat niet familievriendelijk was, werd geschrapt. Coupland bundelde al die zoekopdrachten, van 'Addiction' tot 'Zombie', in boek. Een oversized register, met als titel 'Search'.
Het resultaat is een 'portret van de mensheid in zijn eeuwige zoektocht naar roddels over beroemdheden, popcorn, afgeprijsde pizza en een betere nachtrust.' Zo schrijft Coupland het in het voorwoord. Sommige zoekopdrachten ontroeren, niettemin. Of doen even naar adem happen. 'Waarom zijn we hier?', bijvoorbeeld. Of: 'Waarom ben ik eenzaam?'
Ik had nooit gedacht dat internetzoekopdrachten zo hilarisch en poëtisch tegelijk konden zijn. Maar ik vermoed dat dat gewoon de definitie van de 'condition humaine'.
Coupland: 'Ik hoop dat het dat is. We moesten 'Safe Search' gebruiken, dus zullen we nooit de volledige draagwijdte kennen van de, euhm, nieuwsgierigheid van de mensheid.'
U nodigt lezers uit om, aan de hand van de zoekopdrachten, hun eigen conclusies te trekken over wie we zijn, als mensen. Wat was úw conclusie?
Coupland: 'We zijn afschuwelijk saai, maar op die momenten waarop we dat niet zijn, zijn we verbazingwekkend. Denk aan haar: krab krab krab krab krab krab krab krab krab, en dan plotseling: 'Hoe kan ik mijn kapsel aan een goed doel schenken?'
De Wet van Doug
Bij de 'Bit Rot'-tentoonstelling hoort een boek met dezelfde titel: een verzameling columns, kortverhalen en essays die Coupland de afgelopen tien jaar schreef. Onder meer het idee van 'hamburgers = gehomogeniseerde koeien' komt daaruit. Ik e-mail hem dat ik die zin op een trein heb gelezen. En dat ik er zo hard om heb moeten lachen dat medepassagiers probeerden te zien welk boek ik aan het lezen was.
Coupland: 'Maar het is wel waar. De enige manier om echt big money te verdienen, is om iets te vinden wat nooit eerder gehomogeniseerd is, en het dan homogeniseren.'
Het is, zoals u schrijft, een van de bepalende kenmerken van onze moderne tijd.
Coupland: 'Pretty much. Maar tegelijk is alles op maat en gepersonaliseerd. Het is een mooie paradox.'
Een duim voor alle emoties, 140 tekens voor onze diepste gedachten, en alle andere: we worden geformatteerd en gehomogeniseerd. Of we doen het zelf.
Coupland: 'Beide. McLuhan: 'De oversimplificering van wat dan ook is altijd spannend.''
Die McLuhan, dat is communicatiefilosoof Marshall McLuhan, die in 1980 overleed. Hij was een landgenoot van Coupland. Hij verzekerde zichzelf van de onsterfelijkheid met de uitdrukking 'the global village'. Hij was ook de man van het inzicht: 'the medium is the message'.
In 2010 schreef Coupland zijn biografie. 'Ik werd er schoppend en schreeuwend toe gebracht om dat boek te schrijven', e-mailt hij, 'maar het heeft mijn leven totaal veranderd, op zoveel fantastische manieren.' McLuhan was de visionair die al in 1962 internet voorzag. Hij voorspelde toen een nieuw medium dat mogelijk 'de extensie van het bewustzijn' zou worden. Andere beroemde oneliner: 'First we build the tools, and then they build us.'
In de ogen van McLuhan zouden mensen in de machinewereld 'de voortplantingsorganen' van technologie worden.
Coupland: 'Je bedoelt: technologisch determinisme, wat erop neerkomt dat er technologieën onvermijdelijk op ons afkomen, ongeacht wat we doen... Zoals faxen en internet en zoekmotoren al in 1975 op ons afkwamen, of we ze nu wilden of niet.'
'Het is vandaag heel gewoon om zomaar te doen wat je aan het doen bent, en dan plots een seconde te denken: 'God, ik vraag me af welke nieuwe crap er gegenereerd wordt die we op ons dak gaan krijgen binnen een jaar, of twee jaar, of vijf, etcetera.' Het is een heel vreemd gevoel om te beseffen dat alles in onze levens, behalve onze emoties, binnen tien à vijftien jaar achterhaald zal zijn. Daar werden we echt niet voor gemaakt.'
'Het doet er niet toe hoeveel politiek we op internet en zijn aanhangende technologieën loslaten', schrijft u in 'Bit Rot'. 'Het zou weleens simpelweg te laat kunnen zijn om onze toekomst nog te veranderen.' Waarom?
Coupland: 'Ik vraag me soms af of internettechnologie al niet veel groter is dan wij op dit punt, en of we de mogelijkheid niet verloren hebben om het nog te manoeuvreren – zoveel tentakels. Kijk naar iets stoms als spam. Zonder constant patrouilleringswerk, zou spam gemakkelijk het hele internet kunnen opzuigen.'
'Op een dieper niveau denk ik dat webtechnologie onze verwachtingen over informatie en denken beïnvloed heeft, en over hoe veranderingen zich voordoen.'
Op de expo van 'Bit Rot' hangt een ingelijste omslag van '1984', het profetische 'Big Brother'-boek van George Orwell. Coupland heeft 'm volgeplakt met plastic ogen. In 'Bit Rot', het boek, bekent hij dat hij zich soms afvraagt hoeveel data hij genereert door gewoon te zijn. Wat valt uit al die datasets af te leiden, door slimme machines? Is er nog een ontkomen aan?
'Iedereen wil basically toegang tot en controle over wat je zult worden, zowel fysiek als als metadata-intiteit', schrijft Coupland in 'Bit Rot'. 'En tijdens onze reis mogen we machine-intelligentie almaar diepintelligenter zien worden terwijl we, als maatschappij, mogen toekijken hoe de ene categorie werkers na de andere systematisch uit de arbeidspoel geboerd wordt. (De Wet van Doug: 'Een app is pas succesvol als hij veel mensen zonder job doet zitten.')'
Ik meen angst en zelfs een zekere boosheid te ontwaren als u over machine-intelligentie schrijft. Wat precies maakt een en ander zo angstaanjagend?
Coupland: 'Ik heb eigenlijk geen probleem met machine-intelligentie. Voor zover ik kan zeggen, maakt het mijn leven beter. Maar dit is 2015. Laten we elkaar nog eens spreken in 2025 als een algoritme, niet ik, ons volgende online interview schrijft. Het gaat gebeuren. Dat weet u.'
U merkt terecht op dat bijna niemand Silicon Valley kan aanduiden op de aardbol. We houden van onze nieuwe speeltjes, maar zijn we te naiëf als we gewoon maar hopen dat de magiërs die ze maken niet kwaad zullen blijken te zijn?
Coupland: 'Ik zou niet zeggen kwaad. Gewoon hebzuchtig. De meeste van die bedrijven hebben funding van durfkapitalisten, en die mensen zijn slavendrijvers, en al wat ze willen, is geld. Dit gezegd ben ik blij dat Silicon Valley in California ligt, en niet in Pyongyang.' (De hoofdstad van Noord-Korea, nvdr.)
U bent zowel een schrijver als een visueel artist. Emoji's zijn een nieuw alfabet aan het worden. Hoe kijkt u daarnaar?
Coupland: 'Sommige mensen zijn er echt goed mee en kunnen er zeer grappig mee zijn. Ik ben niet één van hen. Slimme interpunctie is het dichtste dat ik ooit in de buurt kom van emoji's. Wat een snobistische uitspraak. We zitten in de laatste dagen van 'officiële interpunctie', die hoe dan ook maar een tijdelijk fenomeen was. Het was leuk zo lang het duurde.'
Hij wenst me een goede nacht en een geweldige dag vanuit West Vancouver. 'Kom eens langs', voegt hij er aan toe. Misschien doe ik dat wel, ooit. En dan drinken we koffie terwijl een of ander slim algoritme in mijn plaats een interview met hem compileert voor de krant. 'Waarom zien we de toekomst toch zo obsessief als een shithole?' – hij mailde het al. 'Eigenlijk gaat het geweldig worden.'
Wat als hij gelijk krijgt?
Wat indien niet?
De tentoonstelling 'Bit Rot' loopt nog tot 3 januari in Witte de With Center for Contemporary Art in Rotterdam. Alle info: http://www.wdw.nl. Het boek 'Bit Rot' is daar ook te koop.