Deze sobere maaltijd weerspiegelt goed wat de gewone Belg dagelijks kon eten. Aardappelen en brood waren erg belangrijk, spek - vlees tout court - veel minder.
Tot 1890 was de broodprijs zo hoog dat weinig middelen overbleven voor alternatieven. Zodra de coöperatieven goedkoop brood begonnen te produceren en de aardappel in Europa geïntroduceerd werd, ging de broodprijs omlaag en werd die minder bepalend voor wat op het bord kwam. Vanaf dan kwamen er meer mogelijkheden om zuivel, boter en kaas en vlees te eten.
Aardappelen kwamen voor de Tweede Wereldoorlog in veel recepten voor. Ze hebben de Vlaming en de Europeaan in het algemeen echt recht gehouden.
De hoeveelheden vlees waren relatief beperkt, omdat vlees heel duur was.
Vanaf de 20ste eeuw verschijnt vlees al dagelijks op het bord, weliswaar nog zeer sober. Het totale gerecht was goed voor 665 calorieën, waarvan slechts 22,5% uit dierlijke producten.
Na de Tweede Wereldoorlog krijgen gerechten een naam en worden ze minder monotoon. Vanaf de jaren 50 doet deze klassieker zijn intrede, al is de hoeveelheid op dat moment nog beperkt.
Na de Tweede Wereldoorlog stijgt het aandeel dierlijke calorieën, doordat de koopkracht stijgt en het vlees goedkoper wordt. Zeker sinds de jaren 60 neemt de vleesconsumptie in België per hoofd van de bevolking fel toe.
De gewone aardappel wordt in dit gerecht vervangen door frieten. Ook voor producten als mayonaise en andere vetstoffen kwam er ruimte in het gezinsbudget.
Het aandeel dierlijke catorieën stijgt, al is het nog niet zo spectaculair in vergelijking met wat later gebeurt.
In de jaren 60 was kip nog speciale kost. In de jaren 70 was het zondagseten, in de jaren 90 serveerden universiteitscafetaria’s al twee keer per week kip.
De doorbraak van de supermarkten in ons land, in de jaren 70, met een groot voedingsaanbod en goedkope aanbiedingen speelde een belangrijke rol. Daarnaast drongen de vakbonden aan op koopkrachtzekerheid, met de boodschap dat ook de arbeider het recht heeft eens goed te gaan eten.
Kip werd voortaan op grote schaal in zogenaamde fabrieken geproduceerd. Over de productieomstandigheden stelden mensen nog geen vragen, ze vonden het gewoon gemakkelijk om plots versneden, verpakte kip te kunnen kopen.
De champignon is nog een relatief dure groente, een luxeproduct, dat geen calorieën oplevert.
In de jaren 70 verschijnen meer en meer exotische elementen in onze keuken. Rijst is voor velen nog zeer exotisch.
Van de jaren 70 tot eind jaren 90 (en de dioxinecrisis) nam de vleesconsumptie per hoofd van de bevolking enorm toe: van 60 kilo per jaar in de jaren 70 tot 90 kilo in de jaren 90. Door de grootschalige productie stortte de prijs van kippenvlees in.
De voedingswensen werden veel individueler, omdat de consument gemiddeld meer koopkracht had dan in de jaren 70. In de voorkeuren zijn er verschillen, die afhangen van inkomen, gezinssamenstelling, maar ook van leeftijd en of je in een stad of op het platteland woont.
In België voor 1940 amper vers gegeten (tenzij als garnituur), hoewel tomatensaus ook gebruikt werd in soep (met balletjes). Tomatensaus in blik (later karton) wordt massaal geproduceerd vanaf de jaren 60.
Deegwaren waren al lang gekend in West-Europa (België had pastaproducenten voor de Eerste Wereldoorlog), maar de meeste mensen vonden pasta als alternatief voor aardappelen te exotisch. Lettertjes in de soep vormden daarop een uitzondering.
De komst van Italiaanse migranten en restaurants, vakanties in Italië en de media-aandacht voor de Italiaanse keuken hebben pasta vanaf de late jaren 70 bijzonder populair gemaakt. Bovendien zijn deegwaren niet duur.
De consument kan nog meer zijn voorkeur volgen. Dat leidt tot een afname van de vleesconsumptie, om ethische, medische, economische redenen of louter smaakredenen. Pastaschotels illustreren die trend: ze zijn een calorierijk gerecht met een buitenlands accent, waar enkel de kaas van dierlijke oorsprong is.
Nico Schoofs, Peter Scholliers, Filip Ysenbaert, Raphael Cockx en Thomas Roelens
Vergeet alles wat u weet over gezonde voeding. De Tijd trok het labo in, liet bloed prikken en proefde van het eten van morgen: hyperpersoonlijk, hightech, helemaal op maat van uw lichaam en leven.
Vanaf zaterdag schotelen we u ‘Het bord van morgen’ voor, een vijfgangenreeks over voeding, technologie en wat straks dagelijkse kost wordt.