Interactief

De Kleine Jongen die straks de wereldwijde inflatie oppookt

De terugkeer van een mogelijk forse El Niño dreigt de druk op de voedselzekerheid te verhogen. De kracht waarmee het weerfenomeen dit najaar toeslaat, bepaalt mee hoelang de inflatie blijft woekeren. Zelfs de Europese Centrale Bank vreest de impact van de Kleine Jongen.

Door Olaf Vehaeghe, Thomas Roelens en Raphael Cockx 10 Augustus 2023

'Noodzakelijk, om de prijs te drukken en de voorraad in eigen land te verzekeren.' Met die woorden kondigde het Indiase ministerie van Consumentenzaken eind juli een stevige exportban op witte rijst aan. De vrees voor tegenvallende oogsten is groot bij 's werelds grootste rijstexporteur - India staat in voor zowat 40 procent van de wereldwijde rijstuitvoer.

Thailand, een andere grote speler op de internationale rijstmarkt, wordt de jongste weken dan weer overbevraagd door landen die hun voorraden zo snel mogelijk willen verankeren. Van Indonesië over de Filipijnen tot Maleisië, overal nemen importeurs het zekere voor het onzekere. Als de verwachtingen over het groeiseizoen uitkomen, dreigt het lokale aanbod de vraag niet te kunnen volgen.

De prijs van rijst klom de jongste maanden almaar hoger. In juli piekte de rijstindex van de Verenigde Naties op het hoogste niveau in dik tien jaar. Vooral landen in het Midden-Oosten en op het Afrikaanse continent dreigen de dupe te worden nu het basisvoedsel duurder wordt.

Water en wind

Aan de grondslag van de zorgen rond de groei van de rijstkorrels ligt de komst van een nieuwe El Niño. Na een opvallend lange La Niña-periode is de warme variant van het weerfenomeen terug. Begin juni kondigde het toonaangevende Amerikaanse National Institute for Oceans and Atmosphere als eerste El Niño aan. Een maand later liet ook de World Meteorological Organization van de Verenigde Naties weten dat hij eraan zit te komen.

El Niño dankt zijn naam aan Peruaanse vissers die honderden jaren geleden uitzonderlijk warm water voor hun kust opmerkten. De komst van de Kleine Jongen, zoals ze het fenomeen doopten, luidde het einde van het visseizoen in de Stille Oceaan in. Door het warmere water voor de kust bleven de vissen weg en de netten leeg.

Nog altijd zijn de temperaturen in en boven de tropische oostelijke Stille Oceaan doorslaggevend. Bij El Niño, een volledig natuurlijk, onhoudbaar en eeuwenoud fenomeen, waaien de passaatwinden zwakker dan normaal van oost naar west.

Door dat gebrek aan circulatie komen de diepere, koudere oceaanlagen minder aan de oppervlakte, waardoor die bovenlaag warmer wordt en blijft. Op haar beurt beïnvloedt de wisselwerking tussen het warmere zeewater en de atmosferische bewegingen de weersomstandigheden in grote delen van de wereld, vaak langer dan een jaar.

Maar wat betekent dat? En hoe laat El Niño zich voelen? Alles staat of valt met één verschil.

Van regelmaat in El Niño-cyclus is geen sprake

    Temperatuurverschil oppervlaktewater t.o.v. normaal
  • Warmer
  • Neutraal
  • Kouder

Bron: NOAA

Hier tonen we u het temperatuurverschil van het oppervlaktewater in de El Niño 3.4-regio ten opzichte van het gemiddelde van de jongste 30 jaar. Die referentieregio ligt midden in de Stille Oceaan en centraal tussen Australië en Zuid-Amerika.

De drempelwaardes voor El Niño en La Niña, twee tegenpolen op eenzelfde spectrum, liggen op +0.5 en -0.5.

Om van een beginnende El Niño te kunnen spreken, moet het oceaanwater in de regio minstens een halve graad warmer zijn dan normaal. Sinds 1950 werden zo 26 officiële El Niño's geregistreerd.

Zakt de watertemperatuur er een halve graad onder de normaalwaarden, dan is sprake van een zich ontwikkelende La Niña. De wind waait dan een stuk sterker. In dezelfde periode dook het zusje van El Niño 25 keer op.

Als het temperatuurverschil beperkt blijft tot minder dan een halve graad boven of onder het langjarige gemiddelde, dan is sprake van een neutrale fase.

Het gemiddelde van de temperaturen van de jongste drie maanden leidt tot de Oceanic Niño Index, de belangrijkste indicator voor het fenomeen. In juli steeg die naar 0.77, een stuk boven de drempel. Samen met de prognoses voor de komende maanden laat dat cijfer geen ruimte voor twijfel: El Niño komt.

Van regelmaat in de cyclus is geen sprake, wijst de geschiedenis uit. Gemiddeld is er elke drie tot zeven jaar een El Niño, maar de warmere episodes kunnen elkaar sneller opvolgen. Hetzelfde geldt voor La Niña, die de jongste jaren hardnekkig bleef hangen. Wat er precies toe leidt dat de temperaturen en de wind de switch maken, blijft onduidelijk.

De ene El Niño houdt dus een stuk langer aan of piekt aanzienlijk hoger dan de andere. Hoe hoger en breder de piek, hoe krachtiger het fenomeen zich laat voelen. Traditioneel begint een El Niño in april-mei en is hij meer dan een jaar voelbaar. Alle episodes sinds begin jaren 50 ten opzichte van elkaar tonen hoe groot de variatie kan zijn.

Piek van El Niño ligt in het najaar

Bron: IRI

De jongste El Niño dateert van 2018-2019, al ging het toen om de zwakke variant. Bij een zwakke El Niño blijft de langdurige opwarming van het oceaanwater beperkt tot minder dan 1 graad Celsius boven de normale waarde.

De meeste El Niño-passages de voorbije decennia worden als zwak gecatalogeerd: 11 van de 26 officiële El Niño's bleven eerder beperkt.

Als de index minstens drie maanden na elkaar 1 graad of meer boven het normale niveau stijgt, spreekt men over een 'gematigde El Niño'. Dat was onder meer het geval in 2009-2010 en in 2002-2003.

Bij opeenvolgende maanden met een index van 1,5 graad of meer gaat het om een sterke variant. Voorbeelden daarvan zijn de El Niño-episodes eind jaren 80 en begin jaren 90.

Klimt de El Niño-index hoger dan 2 graden boven het langjarige gemiddelde, dan is sprake van een heel sterke of super El Niño. Sinds het begin van de jaren 80 deden zich drie zulke passages voor.

De jongste super El Niño dateert van 2015-2016 en had een verwoestende impact. Het aantal extreme droogtes lag dubbel zo hoog als normaal, terwijl ook het aantal overstromingen, ongewone bosbranden, cyclonen en tyfoons piekte. De voedseltekorten door mislukte oogsten liepen op en troffen tientallen miljoenen mensen, vooral in Afrika. Daarnaast waren er massa-uitbraken van de cholera, de pest en dengue.

Vandaag zit El Niño 2023-2024 nog in de categorie van de zwakkere varianten, maar de piek ligt in het najaar of in de winter. Dat was in het verleden zo en dat wijzen de wereldwijde El Niño-modellen ook nu uit. De vraag is hoe hoog de piek ligt.

De kans dat het z'n extreme vaart loopt als in 2015-2016 is klein, maar zeker niet onbestaande. Volgens de jongste prognoses is er ruim 50 procent kans op een sterke El Niño. Afhankelijk van het gebruikte model lopen de temperaturen op de Stille Oceaan straks op tot ruim 1,5 of zelfs 2 graden boven de normaal.

Het gemiddelde van alle modellen voorspelt een piek in de loop van december en een El Niño die in de eerste maanden van volgend jaar nog wel even blijft doorgaan.

Het belang van een zo accuraat mogelijke voorspelling en waarschuwen voor El Niño kan moeilijk overschat worden. De invloed op het weer wereldwijd is enorm, al helemaal in combinatie met de klimaatverandering.

El Niño draagt in belangrijke mate bij aan de wereldwijde recordtemperaturen door de omvang van de Stille Oceaan. Als die oceaan fel opwarmt, weerspiegelt dat in de globale temperatuur. Het recente verleden leert dat de tempraturen veelal piekten kort na een passage van El Niño. Het recordjaar 2016 volgde op de jongste super El Niño. Ook dit jaar ligt de verklaring voor de heetste juli ooit deels bij El Niño.

Niet alleen het oppervlaktewater, ook de laag daaronder is vandaag een stuk warmer. Volgens Emily Becker van het Cooperative Institute For Marine And Atmospheric Studies (CIMAS) in Miami komt dat warmere water de komende maanden boven, wat El Niño meer zuurstof geeft.

De World Meteorological Organization (WMO) van de Verenigde Naties ziet in de combinatie van de broeikasgassen en de terugkeer van El Niño een dubbele klap. De ene versterkt de andere, wat op de korte termijn tot de warmste vijf jaren ooit dreigt te leiden. Tegelijk geeft de klimaatverandering de nefaste gevolgen van het fenomeen een duw in de rug.

Impact is er vooral op de neerslaghoeveelheden, verspreid over verschillende delen van de wereld en in verschillende periodes van het jaar. Sommige gebieden zullen droger of heter zijn dan anders, elders is de kans op extreem veel neerslag in korte tijd groter. Op plekken waar de combinatie van uitzonderlijke droogte en hitte afwisselt met overstromingen wat later wordt het helemaal dramatisch.

Een typische El Niño heeft vooral invloed op het weer in de gebieden rond en ten zuiden van de evenaar. De verandering in de neerslagpatronen strekt zich uit over zowat heel Zuid-Amerika, grote delen van Azië en Oceanië en het zuiden van het Afrikaanse continent.

Impact El Niño op neerslag en vegetatie

  • Droger
  • Neutraal
  • Natter

Vooral in Zuid-Amerikaanse landen gaan de alarmbellen nu al af. Terwijl Argentinië, Uruguay en Peru veelal te maken krijgen met overvloedige regenval en overstromingen, moeten landen als Brazilië en Colombia de droogte en het risico op bosbranden bekampen.

Onder meer de koffie- en suikerplantages en graanoogsten dreigen daarbij grote schade op te lopen. Het visbestand voor de Pacifische kust lijdt onder het te warme zeewater, terwijl overstromingen ook de mijnbouw in Chili kunnen dwarsbomen.

Meer naar het noorden veroorzaakt El Niño hevige winterstormen in de Verenigde Staten. Nog noordelijker, richting Canada, blijven regen en sneeuw veelal weg. Dat doet de droge bodem - in een regio die dit jaar zwaar geraakt wordt door bosbranden - geen goed.

El Niño leidt in de Hoorn van Afrika tot meer regen dan normaal, nadat La Niña de regio jaren na elkaar met droogte heeft opgezadeld. In het zuiden van Afrika heeft een droge periode een grote invloed op de groei van maïs, graan en cacao.

Het uitblijven van moessonregens boven Zuid-Oost-Azië en India zet vooral druk op de rijst- en de katoenproductie, terwijl ook andere teelten afzien door het gebrek aan neerslag. Boven Japan, China en andere delen van Azië valt de regen met bakken.

Terwijl de eilanden in de Stille Oceaan bovengemiddeld meer neerslag te verwerken krijgen, weegt bij een typische El Niño de droogte op het grootste deel van Australië. De impact op de graanteelt en het risico op een hevig bosbrandenseizoen zijn groot.

Lang niet overal is de impact van El Niño op wat groeit negatief. Mislukte oogsten en tekorten in de ene regio, kunnen elders in de wereld worden goedgemaakt. Maar globaal doet een El Niño-passage meer kwaad dan goed, zeker voor basisproducten als suiker, rijst en graan.

De gevolgen? Onzekerheid over oogsten en de voedselvoorziening, met klimmende prijzen en hogere inflatiecijfers tot gevolg, naast de miljardenschade die lokale overstromingen en hevige natuurbranden aanrichten.

Volgens Bloomberg-analisten leidt een passage van El Niño tot een kleine 4 procentpunt extra non-energie-inflatie wereldwijd. Tegelijk drukken de gevolgen de economische groei in landen als India, Brazilië en China. 'El Niño van dit jaar draagt bij tot de zo gevreesde stagflatie', klinkt het bij Bloomberg Economics. 'Een aanhoudende inflatie in een krimpende economie. El Niño komt net op het verkeerde moment.'

Ook de Europese Centrale Bank (ECB) kijkt angstig uit naar wat komt. Isabel Schnabel, een directielid van de ECB, wees in juni tijdens een speech over 'koppige inflatie' op de mogelijke impact van El Niño op de voedselprijzen. Volgens de berekeningen van de ECB liggen de kosten van voeding wereldwijd tot 6 procent hoger in het jaar van een sterke El Niño-episode.

Inflatie en tekorten

Wel is het effect op de inflatie- en de groeicijfers in Europa en andere westerse landen volgens de experten beperkter. Dat zegt ook Henry Allen, macrostrateeg bij Deutsche Bank. Hij wijst op een specifiek negatieve impact van El Niño op de opkomende markten. 'In een context waar we al hoge inflatie zien, is een mogelijk zware El Niño extra zorgwekkend', zegt Allen.

Duurdere voeding of zelfs het gebrek aan voldoende eten zet vooral het zuiden en de armere landen onder nog hogere druk, waarschuwt de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties met het oog op de aanstormende El Niño.

Een cocktail van weerextremen, conflicten en economische schokken duwt een recordaantal mensen net in veel van die landen vandaag al in de hongersnood. Volgens schattingen van het Wereldvoedselprogramma van de VN leven dit jaar 345 miljoen mensen in de ergste categorieën van voedseltekorten. In vergelijking met 2020 is dat cijfer meer dan verdubbeld.

Op het moment dat de onzekerheid over de Russisch-Oekraïense graandeal - ook cruciaal voor de voedselvoorziening van veel afhankelijke landen - blijft hangen, doet El Niño er nog een schep twijfels en moeilijkheden bovenop. Hoewel geen twee El Niño's hetzelfde zijn, nemen de zorgen almaar grotere proporties aan.