Interactief

Meer dan helft Vlaamse dorpen heeft geen geldautomaat meer

In elke gemeente minstens één bankautomaat en dat tegen 2025. Om het akkoord tussen de regering en de bankensector waar te maken, zal de afbouw van geldautomaten in ons land snel moeten keren. Het voorbije jaar zijn netto nog eens 376 automaten verdwenen en de gaten in het netwerk worden almaar groter. De Tijd toont waar u wel nog geld kunt afhalen.

Door Olaf Verhaeghe, Raphael Cockx en Thomas Roelens Gepubliceerd: 24 April 2021 Laatste update: 4 Augustus 2023

Jaar na jaar neemt het afhalen en het gebruik van cash geld in ons land af, maar niet voor iedereen en niet overal is de tijd van contant geld voorbij. Hoewel banken dure geldautomaten liever kwijt dan rijk lijken te zijn, blijven ze voor veel landgenoten broodnodig.

Nergens in Europa is de frustratie over het gebrek aan voldoende geldautomaten zo groot als bij ons, leert een rapport van de Europese Centrale Bank. Vooral voor kwetsbaren en mensen die niet op de digitale trein zitten, wordt het moeilijker om betalingen te doen.

Net daarom forceerde minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS), samen met collega-ministers Van Peteghem (CD&V, Financiën) en staatssecretaris van Begroting Alexia Betrtrand (Open VLD), begin dit jaar een akkoord met de financiële sector in ons land. Tegen 2025 moet in elke Belgische gemeente minstens één geldautomaat te vinden zijn.

In stedelijke gebieden moet er een automaat zijn binnen de twee kilometer, in tussengebieden op maximaal drie kilometer en in de meest landelijke gebieden binnen de vijf kilometer. Die regeling moet ervoor zorgen dat er tegen 2027 zo'n 4.000 geldautomaten zijn, gelijkmatiger verspreid dan vandaag het geval is.

Biedt Batopin soelaas?

Uit data-onderzoek van De Tijd blijkt dat om dat doel te bereiken de trend volledig moet keren. De huidige verdeling van de bankautomaten in België is allesbehalve gelijk: van kleine dorpskernen met nog negen afhaalpunten tot deelgemeenten waar de bijna 6.000 inwoners geen enkele automaat meer aantreffen. Bovendien dunt het aanbod de jongste maanden verder uit. Ten opzichte van vorige zomer zijn er netto 376 locaties geschrapt. In twee jaar tijd gaat het om een verschil van 550 afhaalpunten. Bijna een op de zes locaties waar in de zomer van 2021 nog een geldautomaat stond, is verdwenen.

Vooral de klassieke grootbanken Belfius, KBC, BNP Paribas Fortis en ING snoeiden in hun netwerk, met samen 38 procent minder locaties dan twee jaar geleden. ING schrapte sinds de zomer van 2021 meer dan 64 procent van zijn locaties, met zelfs een halvering over het laatste jaar. Met de Batopin-alliantie, het gemeenschappelijke netwerk van nieuwe CASH-punten, proberen de vier banken samen wel de pijn te verlichten. Voorlopig kunnen die automaten de verdwenen bekende namen echter niet opvangen.

Het aantal plaatsen in België waar geen geldautomaat meer te vinden is, blijft ten opzichte van begin 2023 vrij stabiel. In 24 gemeenten is er geen afhaalpunt meer, een half jaar geleden waren dat er nog 25. Zeven van die 24 liggen in Vlaanderen.

Vandaag zijn er in totaal in ons land nog 3.049 locaties met geldautomaten van grote en kleinere banken en Bpost.

2.528 daarvan zijn gekoppeld aan een bank- of postkantoor met één of meer automaten in een selfbankruimte of buiten in de muur. Op 521 plaatsen staan losse geldautomaten.

Van de vier grootbanken heeft KBC het uitgebreidste netwerk met automaten op 470 locaties, staatsbank Belfius volgt met 363 locaties, Fortis en Fintro zitten aan 360 locaties en ING op 154. Daarmee heeft de kleinste van de vier grootbanken vandaag zelfs minder automaten dan Argenta, Crelan of AXA.

Cash, de gemeenschappelijke automaten onder de Batopin-koepel, voegen daar nog eens 313 locaties aan toe. Begin vorig jaar werden de eerste CASH-automaten geïnstalleerd. De bedoeling is tegen eind 2025 op 950 locaties een afhaalpunt te hebben. Samen met de CASH-punten zijn de vier grootbanken vandaag goed voor 1.660 locaties.

Bij de grootbanken zien we vaak veel automaten op korte afstand van elkaar, een gevolg van de historische inplanting van bankkantoren in centra van grote gemeenten. In Merelbeke bijvoorbeeld hebben de inwoners van het centrum keuze uit geldautomaten op negen locaties.

Op Belgisch niveau bevindt 77 procent van de automaten van grootbanken op minder dan 1 kilometer van een andere geldautomaat. De helft ligt zelfs op minder dan 232 meter van de volgende automaat.

24

Elders is het lang zoeken naar cash uit de muur. In 24 gemeenten - vooral Waalse - is geen geldautomaat meer te vinden. In Vlaanderen gaat het met Bever, Drogenbos, Holsbeek, Lierde, Linkebeek, Maarkedal en Mesen om 7 gemeenten.

122

In 122 Belgische gemeenten zijn de vier grootbanken vandaag compleet afwezig. In Vlaanderen gaat het naast de 7 gemeenten zonder enige automaat om 17 gemeenten, waaronder Olen, Roosdaal, Vleteren, Horebeke en Gingelom. In Brussel zijn er geen automaten van grootbanken in Koekelberg en Ganshoren.

24

In 29 van die 122 gemeenten kunnen de inwoners nog wel terecht bij een kantoor van een kleinere bank. In 69 bijkomende gemeenten zijn ook de kleinere banken afwezig, maar is er een geldautomaat van Bpost. De meeste van die 69 gemeenten liggen in Wallonië, maar in ook in Vlaamse gemeenten als Huldenberg, Zuienkerke of Herstappe is enkel Bpost aanwezig met een automaat. In 16 Belgische gemeenten, waaronder Moerbeke en Voeren, staat enkel nog een CASH-automaat.

52%

Het verdwijnen van geldautomaten is vooral te merken op het niveau van de deelgemeenten. Van de 2.664 Belgische deelgemeenten en districten hebben er 1.756 geen geldautomaat. In meer dan zes op de tien kun je dus geen geld afhalen. In Vlaanderen is er in bijna 52 procent van alle deelgemeenten geen automaat. In 2010 was dat nog 32 procent.

Een voorbeeld van een dorp zonder bankautomaat is Haasdonk. In die deelgemeente van Beveren verdwenen in korte tijd de filialen van de vier grootbanken. Eind 2020 sloten de laatste twee. Minder mobiele inwoners moeten een uur de bus op om geld af te halen. Ook de lokale handelszaken merkten al de gevolgen van een winkelstraat zonder automaat. Lees hier onze reportage uit Haasdonk

Ondanks het dalende totaalaanbod hebben de meeste Belgen wel nog vrij vlot toegang tot cash. Zes op de tien Belgen vinden een automaat op wandelafstand (1 kilometer) en acht op de tien moeten minder dan 3 kilometer ver. Bijna de volledige bevolking vindt vandaag een toestel op minder dan 5 kilometer.

Die afstand van 5 kilometer is de maatstaf van Batopin en wordt internationaal ook door de Europese Centrale Bank als referentie gebruikt. Dat lijkt een verrassende tegenstelling, maar vaak is in een naburige deelgemeente wel nog een automaat beschikbaar. Daarnaast is op het terrein te horen dat 5 kilometer voor oudere en minder mobiele mensen een te grote drempel is.

Waar de globale cijfers nog goed ogen, leert een diepere analyse hoe groot de verschillen zijn tussen stad en platteland enerzijds en tussen Vlaanderen en Wallonië anderzijds. Vanuit een Vlaamse landelijke gemeente is de mediane afstand tot de dichtstbijzijnde automaat 1,7 kilometer. In Vlaamse centrumsteden is dat zo'n 950 meter. In Wallonië zijn die afstanden dubbel zo lang, met een mediane afstand van 3,3 kilometer tot de meest nabije automaat op het platteland en 1,8 kilometer in de Waalse centrumsteden.

In plattelandsgemeenten in Vlaanderen vindt 70 procent van de huishoudens vandaag nog een geldautomaat op minder dan 2 kilometer van thuis. Een op de acht moet verder dan 3 kilometer om geld af te halen en bijna niemand woont verder dan 5 kilometer van een afhaalpunt.

Op het Waalse platteland woont bijna een vijfde van de huisgezinnen op 5 kilometer of meer van een bankautomaat. Minder dan een op de drie heeft de mogelijkheid geld af te halen in een straal van 2 kilometer. Ook in de randgemeenten en in kleinere Waalse steden is de nabijheid van geldautomaten vrij problematisch.

Om het nieuwe automatennetwerk uit te bouwen worden rationele parameters gehanteerd, zoals de bevolkingsdichtheid, de economische activiteit en de reële cashnood. Maar die cijfermatige aanpak helpt niet altijd om de groeiende frustratie bij gebruikers weg te nemen. De beschikbaarheid van cash in de eigen gemeente is een zorg van vele burgemeesters die vanuit de dorpsstraat doorsijpelt naar de Wetstraat.

De vraag is of de banken zich voldoende geroepen voelen om aan die bezorgdheid tegemoet te komen. Het getouwtrek tussen Dermagne en de sector doet vermoeden van niet. Wie aan het langste eind trekt, zal moeten blijken.

Hoe gingen we te werk?

De Tijd verzamelde locatiegegevens van 17 Belgische banken. Op basis van hun websites verzamelden we een lijst van kantoren en gingen we na in welk van die kantoren volgens de bank een publieke geldautomaat beschikbaar is. Dat levert een overzicht op van de locaties in ons land, niet van het aantal automaten per locatie of in totaal. Waar nodig en waar mogelijk werden de data van de bankenwebsites aangevuld of gecorrigeerd met eigen gegevens of met informatie van de banken zelf.