Interactief

Vooruit overtuigt rijkere gemeenten, Vlaams Belang het platteland: zo stemde Vlaanderen

Vooruit wint het meeste terrein in de gemeenten met rijkere inwoners, het Vlaams Belang pakt het platteland over van CD&V. In plaatsen met een jong en divers publiek staat de PVDA sterker dan ooit. Dat wordt duidelijk als we door een socio-economische bril naar de verkiezingsuitslag kijken.

Door Thomas Roelens, Olaf Verhaeghe, Raphael Cockx en Laurens Dekock 10 Juni 2024

Verkiezingszondag bracht een Vlaamse ruk naar rechts, met een uitgesproken maar toch bitterzoete winst voor het Vlaams Belang en een onverwacht hoge score voor de N-VA. Maar er vielen ook zegegebaren te zien bij Vooruit en de PVDA op links, en er was een opdoffer van jewelste voor Open VLD.

Maar wie haalde in welk type gemeenten de winst? En wie kreeg waar de klappen? Hoe groot is de invloed van het gemiddelde inkomen, het aantal kiezers met een migratieachtergrond of het opleidingsniveau van de stemgerechtigden? De Tijd legt het socio-economische profiel van de steden en gemeenten op de einduitslag voor het Vlaams Parlement en toont hoezeer het aantal stemmen daarmee samenhangt.

Van inkomen tot leeftijd

Het exacte stemgedrag van rijke of arme kiezers, van mensen met een middelbaar of een universitair diploma en van jongere ten opzichte van oudere stemgerechtigden blijft federaal onbekend. Maar op het niveau van de gemeenten zijn al die gegevens wel beschikbaar. Zo weten we dat het gemiddelde inkomen van gezinnen in Sint-Martens-Latem of De Pinte twee keer hoger ligt dan in Sint-Jans-Molenbeek.

Hoe rijker inwoners, hoe beter N-VA scoort

Gemiddeld percentage stemmen per partij en per inkomensklasse van de gemeenten. Q1 = 20% laagste inkomens, Q5 = 20% hoogste

  • Resultaat 2019
  • Resultaat 2024

In de steden en de gemeenten waar de inwoners gemiddeld het meeste verdienen ligt het aandeel N-VA-kiezers aanzienlijk hoger dan elders. De lichte verliezen die de partij op Vlaams niveau moet slikken, zijn wel iets meer uitgesproken in die rijkere steden en gemeenten. In Schilde, een van de 20 procent rijkste gemeenten van Vlaanderen, bijvoorbeeld haalt de N-VA nog altijd 45 procent van de stemmen, maar moet ze inboeten ten opzichte van de 50,8 procent in 2019.

De Vlaamse socialisten slagen erin hun terrein fors uit te breiden in vergelijking met 2019. Eerder dan in gemeenten met vooral lage inkomens boekt Vooruit groei in welgestelde gemeenten. Gemeenten in de rand rond Leuven - denk aan Herent, Rotselaar en Bierbeek - kleuren opvallend roder. Net daar moeten de liberalen van Open VLD hun grootste verliezen slikken.

Nog iets verder naar links weet vooral de PVDA te groeien in de 20 procent armste gemeenten. Het Vlaams Belang wint zowat overal, maar staat in verhouding tot de N-VA vooral sterker in armere gemeenten. De klap die Open VLD krijgt, is groot in de rijkere gemeenten, maar nog groter in de middenklassegemeenten.

Aandeel stemmen per partij en per inkomensklasse van de gemeenten. Q1 = 20% laagste inkomens, Q5 = 20% hoogste

De verdeling van alle stemmen over de gemeentegroepen heen toont hoe fel de steden en de gemeenten met lagere inkomens verschillen van de rest van Vlaanderen en Brussel. Een eventueel links blok met Vooruit, Groen en de PVDA komt samen alleen in het kwintiel (elk van de vijf gelijke delen van een naar grootte gerangschikte reeks) armste gemeenten aan een score boven 30 procent.

Een combinatie van de N-VA, Vooruit en CD&V - de enige realistische coalitie met drie partijen op Vlaams niveau - haalt uitsluitend in de rijkere gemeenten een comfortabele meerderheid. Pas vanaf de op een na hoogste inkomensgroep komen de drie partijen aan meer dan 52 procent. In de armste gemeenten uit de laagste inkomensgroep komt die 'raketcoalitie' aan slechts 47 procent van de stemmen.

CD&V moet leidende rol op platteland aan Vlaams Belang laten

Gemiddeld percentage stemmen per partij en naar bevolkingsdichtheid van de gemeenten. Q1 = 20% dunstbevolkt, Q5 = 20% dichtstbevolkt

  • Resultaat 2019
  • Resultaat 2024

Niet alleen de portefeuille en de rekeningen van de kiezer, ook de omgeving waar mensen wonen en leven hangt samen met het stemgedrag van afgelopen zondag. In tal van politieke discussies werd de kloof tussen stad en platteland de voorbije legislatuur meermaals scherp gesteld.

Op het Vlaamse platteland neemt het Vlaams Belang de leidende rol van CD&V over. Het verlies dat de christendemocraten moeten slikken, is in de dunbevolkte steden en gemeenten feller dan elders. Vooral in West-Vlaanderen, toch de provincie van Vlaams minister Hilde Crevits, is de klap groot. CD&V valt in de kieskring West-Vlaanderen met 5,6 procentpunt terug en verliest een Vlaamse zetel.

Het Vlaams Belang profiteert het meest en haalt de beste resultaten in de meest uitgestrekte gemeenten. In 2019 haalde de partij een derde meer stemmen in dunbevolkte dan in de dichtbevolkte gebieden. Dat verschil loopt nu op tot bijna de helft. Van alle demografische clusters in onze oefening boekt de partij haar grootste vooruitgang in de 20 procent dunst bevolkte gebieden.

Aandeel stemmen per partij en naar bevolkingsdichtheid van de gemeenten. Q1 = 20% dunstbevolkt, Q5 = 20% dichtstbevolkt

Terwijl het Vlaams Belang vooral winst boekt op het platteland, wint de PVDA vooral stemmen in de steden. Hoe dichtbevolkter de gemeente, hoe meer stemmen naar de partij gingen en hoe groter de winst ten opzichte van 2019. Het PVDA-resultaat in het kanton Antwerpen - 22,5 procent, waarmee ze de op een na grootste partij is - is tekenend. In de meest stedelijke gebieden steekt de PVDA ook Groen voorbij. Die partij moet weliswaar aan stemmen inboeten, maar behoudt nog altijd haar stedelijk profiel.

Linkse steden versus een rechtser platteland: dat beeld blijft overeind. In de dunst bevolkte gemeenten in Vlaanderen halen het Vlaams Belang, de N-VA en CD&V samen zowat twee derde van de uitgebrachte stemmen. In de steden en de gemeenten waar het meeste mensen per vierkante kilometer wonen, komt diezelfde combinatie net aan de helft.

PVDA wint fors en ten koste van Groen in meest diverse gemeenten

Gemiddeld percentage stemmen per partij en naar aandeel inwoners met een migratieachtergrond. Q1 = 20% minst diverse, Q5 = 20% meest diverse

  • Resultaat 2019
  • Resultaat 2024

Nog meer dan in 2019 weet het Vlaams Belang te scoren in de steden en de gemeenten met weinig diversiteit. Het verkiezingsresultaat van de partij is traditioneel beter op plekken waar weinig Belgen met een migratieachtergrond of wortels in het buitenland wonen, maar de vooruitgang ten opzichte van vijf jaar geleden is er aanzienlijk groter dan elders. Het Vlaams Belang wint dus eerder op plekken waar mensen migratie en mensen van andere herkomst meer vrezen dan dat ze er mee geconfronteerd worden.

De Partij van de Arbeid wint daarentegen fors in gemeenten met een grote allochtone bevolking. Op plekken zoals Vilvoorde, Machelen, Genk of Beringen gaat de PVDA stevig vooruit. Ook in de stad Antwerpen weet de PVDA haar score zo goed als te verdubbelen. In de superdiverse gemeenten verleidt de partij meer dan 15 procent van de kiezers. Vooral Groen verliest op die plekken terrein.

Hoe kleiner het aandeel inwoners met roots in het buitenland, hoe groter de score van de rechtse partijen. In de drie gemeentengroepen waar het aandeel Belgen van buitenlandse herkomst het laagst is, komen het Vlaams Belang en de N-VA samen aan zowat de helft van de stemmen. Opvallend is ook dat het aantal blanco en ongeldige stemmen merkbaar hoger ligt in de meest diverse gemeenten.

Aandeel stemmen per partij en naar aandeel inwoners met een migratieachtergrond. Q1 = 20% laagste aandeel, Q5 = 20% hoogste

Plekken met veel jonge kiezers: eerder uiterst links dan uiterst rechts

Gemiddeld percentage stemmen per partij en naar aandeel inwoners van 18 tot en met 34 jaar. Q1 = 20% minste jongeren, Q5 = 20% meeste

  • Resultaat 2019
  • Resultaat 2024

Op plekken waar het aandeel jonge kiezers groter is dan elders maakt de PVDA de grootste sprong vooruit in vergelijking met vijf jaar geleden. Ten opzichte van 2019 weet de partij haar score in dat segment steden en gemeenten bijna te verdubbelen. Opnieuw is dat ten koste van Groen.

De N-VA en Open VLD - ondanks de forse verliezen voor de liberalen - scoren het beste in gemeenten waar het aandeel 18- tot en met 34-jarige inwoners het kleinst is. Het Vlaams Belang wint ook meer in die gemeenten dan op plekken met meer jongere kiezers. De resultaten van Vooruit zijn het beste én gaan het meeste vooruit in die jongere gemeenten, CD&V staat merkbaar zwakker op plekken met een grotere groep twintigers en jonge dertigers.

Door de winst van de PVDA en Vooruit in de gemeenten met aanzienlijk meer jonge kiezers weten de drie linkse partijen samen in die gemeentecategorie zowat een derde van de stemmen binnen te halen. Het Vlaams Belang, de N-VA en CD&V zijn samen goed voor meer dan de helft van de stemmen in de steden en de gemeenten met een relatief oudere bevolking.

Aandeel stemmen per partij en naar aandeel inwoners van 18 tot en met 34 jaar. Q1 = 20% minste jongeren, Q5 = 20% meeste

Hoogopgeleiden kiezen voor N-VA, laagopgeleiden voor Vlaams Belang

Gemiddeld percentage stemmen per partij en naar aandeel inwoners met hoger diploma. Q1 = 20% laagstopgeleid, Q5 = 20% hoogstopgeleid

  • Resultaat 2019
  • Resultaat 2024

Hoe hoger het aandeel hoogopgeleiden in een gemeente, hoe hoger de score van de N-VA. Ook het verkiezingsresultaat van Groen en Open VLD is opvallend beter op plekken waar meer mensen verder studeerden, ondanks de tikken die beide partijen kregen.

Bij het Vlaams Belang oogt het beeld omgekeerd. De partij wint wel enigszins in de steden en de gemeenten met het grootste aandeel hoogopgeleide inwoners, maar het verschil in het verkiezingsresultaat met de rest van Vlaanderen is opmerkelijk. Net zoals in 2019 ligt de score van het Vlaams Belang in gemeenten met veel hoogopgeleiden de helft lager dan in gemeenten waar weinig mensen een hoger diploma hebben.

Net zoals bij de hogere inkomens het geval is, weet Vooruit haar basis ook bij de hoger opgeleiden te verbreden. In vergelijking met 2019 gaat de partij er het meeste op vooruit op plekken met meer hoogopgeleiden. In en rond Leuven zijn de winsten aanzienlijk, terwijl het kanton Gent het enige is in Vlaanderen waar Vooruit op het Vlaamse niveau de grootste partij van allemaal is.

Aandeel stemmen per partij en naar aandeel inwoners met hoger diploma. Q1 = 20% laagstopgeleid, Q5 = 20% hoogstopgeleid

Hoe gingen we te werk

De vijf gebruikte indicatoren zijn het gemiddelde netto belastbaar inkomen per aangifte, de bevolkingsdichtheid, het aandeel inwoners met de Belgische nationaliteit van buitenlandse herkomst, het aandeel hoogopgeleiden en het aandeel kiesgerechtigden tussen 18 en 34 jaar. Alle gegevens zijn afkomstig van het Belgische statistiekbureau Statbel. Voor het inkomen gaat het om de fiscale inkomens van 2022, voor het aandeel hoogopgeleiden om Census-gegevens van 2021 en voor de cijfers over de bevolkingsdichtheid, de herkomst en de leeftijd om de bevolkingscijfers voor 2023.

Voor die parameters is de correlatiecoëfficiënt - de mate waarin ze samenhangen met de verkiezingsuitslag - het meest uitgesproken. Voor elk van de geselecteerden indicatoren delen we de 319 Vlaamse en Brusselse gemeenten waar gestemd werd voor het Vlaams Parlement op in vijf gelijke categorieën. In de meeste linkse balkjes op de grafieken zitten de 20 procent gemeenten met de laagste waarden. Uiterst rechts staan 20 procent steden en gemeenten met de hoogste cijfers.

Per kwintiel en voor elke partij berekenen we een gemiddelde score voor de Vlaamse verkiezingen van 2024 en 2019. Hoe meer stemmen werden uitgebracht in een stad of gemeente, hoe zwaarder die doorweegt. Naast de zeven grote partijen nemen we ook het aandeel blanco of ongeldige stemmen mee in rekening. De analyse focust zowel op de partijscores die voor de verschillende gemeenteprofielen werden behaald als op de evolutie per type ten opzichte van 2019.

Aan Waalse kant deden we een gelijkaardige oefening, op het niveau van de Kamer, voor alle Waalse en Brusselse gemeenten en de belangrijkste Franstalige partijen.