Interactief
Met invoertarieven op zowat de hele wereld startte de Amerikaanse president Donald Trump een ongeziene handelsoorlog. Dat hij zomaar stopt of inbindt, is weinig waarschijnlijk. Dat hij er het Amerikaanse handelstekort mee dicht, al evenmin.
Door Olaf Verhaeghe, Raphael Cockx en Thomas Roelens Gepubliceerd: 13 Maart 2025 Laatste update: 10 April 2025
Sinds Donald Trump voor de tweede keer de eed aflegde als president van de Verenigde Staten, bestookt hij de wereld met nieuwe importtarieven. Na gerichte salvo's tegen China, Mexico en Canada volgde in maart en begin april de rest van de wereld. Voor sommige landen komen de taksen boven op al bestaande heffingen, aan anderen raakt Trump voor het eerst. Dat er nog tarieven volgen, lijkt zo goed als onvermijdelijk.
Naast het oppompen van de binnenlandse industrie wil Trump met zijn America First-handelspolitiek een volgens hem grove oneerlijkheid aanpakken: het handelstekort. Ofwel: de VS importeren meer uit het buitenland dan dat ze exporteren. 'Voorbij zijn de dagen dat er van Amerika werd geprofiteerd', stelt Trump. Vriend of vijand: elk land dat de VS volgens de president unfair behandelt, mag zich aan represailles en minstens even hoge tarieven verwachten. Op die manier wil hij het trade deficit van de VS naar nul trekken.
Het handelstekort dateert al van de jaren 80. Van Duitse auto's over Japanse elektronica tot Chinees speelgoed: steeds meer vervelden de VS tot een importeconomie. Veel heeft te maken met de sterkere economische groei en de lage werkloosheidscijfers, die de vraag van Amerikaanse consumenten naar buitenlandse producten oppoken.
Bovendien maakt de sterke dollar het interessant voor bedrijven om in de VS te verkopen, terwijl het halen van 'Made in USA'-producten voor overzeese consumenten vrij duur is. Het Amerikaanse handelstekort is in een wereld met vrije handel net een teken van een economie die er beter voorstaat dan in andere geïndustrialiseerde landen, want het betekent dat consumenten voldoende kunnen spenderen. Alleen, zo ziet Trump het niet.
Bron: US Census Bureau
Tussen 2000 en 2008 liep het handelstekort voor goederen dat de VS op maandbasis met de rest van de wereld boekten, op van zo'n 30 miljard naar dik 75 miljard dollar.
De financiële crisis en daaropvolgende recessie drongen het deficit fors terug. In de daaropvolgende jaren nam de kloof tussen export en import wel weer toe: tussen 2010 en 2016 schommelde het tekort rond de 55 à 60 miljard dollar.
In de eerste termijn onder Trump groeide het tekort weer sneller, ondanks het instellen van nieuwe tarieven op vooral Chinese goederen en een set heffingen op aluminium- en staalproducten.
Onder president Joe Biden, die zelf ook de Chinese import extra belastte, is het tekort eigenlijk alleen maar toegenomen. Onmiddellijk na de Russische inval in Oekraïne piekte het handelstekort voor het eerst: in maart 2022 importeerden de VS voor ruim 120 miljard dollar meer dan ze exporteerden.
In december 2024 werd die kaap voor de tweede keer overschreden, en begin dit jaar was het verschil nóg groter. Volgens waarnemers joeg de angst voor de nakende invoerheffingen de import extra omhoog.
Het Amerikaanse handelstekort klokte in januari uiteindelijk af op 155,5 miljard dollar, nog eens bijna 33,5 miljard meer dan het ooit was.
Over heel 2024 bekeken liep het tekort met de rest van de wereld op tot meer dan 1.203 miljard dollar. Dat record heeft alles te maken met de optelsom van tekorten met meer dan 100 verschillende landen, leert analyse door De Tijd op basis van gedetailleerde Amerikaanse handelsdata. Van de 233 landen waarvoor import- en exportcijfers beschikbaar zijn, zijn er 101 waar de VS in 2024 een deficit mee boeken.
Bron: US Census Bureau - analyse De Tijd. De grootte van de landen geeft aan hoe groot de handelsbalans met de VS is.
Als de VS meer invoeren uit dan ze uitvoeren naar een bepaald land, boekt Amerika een handelstekort. Ligt de export hoger dan de import, dan is er sprake van een overschot. 'Niet met elk land, maar wel met bijna elk land hebben we een tekort. En dat gaan we veranderen', zei Trump over die doorn in zijn oog.
Als we ons beperken tot landen waarmee de handel vorig jaar in beide richtingen minstens 500 miljoen dollar vertegenwoordigde, wordt meteen duidelijk hoe de verhoudingen liggen. Met twee op de drie van hen hebben de VS een tekort.
Opvallend is dat de kloof tussen wat ze verkopen en wat ze inkopen voor de grote meerderheid van de belangrijkste handelspartners gevoelig groter is.
Van de twintig landen met de grootste handelswaarde zijn er slechts vijf waar de VS onder de streep een positief cijfer kunnen schrijven: Nederland, het Verenigd Koninkrijk en België als Europese handelspartners, Brazilië als enige Zuid-Amerikaanse land en Singapore in Azië.
Met de 15 anderen uit die top 20 zit er een gat in de handelsbalans. Het maakt dat die landen nadrukkelijker in Trumps tarievenvizier komen.
Met Frankrijk bijvoorbeeld gaat het om een gat van 16,5 miljard. Het deficit ten opzichte van landen als Vietnam, Taiwan of India is vooral de jongste jaren flink groter geworden.
Ook met buurlanden Mexico en Canada, de twee belangrijkste internationale handelspartners van de VS, is de kloof groot en groeiende. En dat Trump steeds explicieter de Europese Unie als blok viseert - 'They were made to screw us', zei hij - kan al evenzeer worden teruggebracht naar het groeiende handelsdeficit. In vergelijking met 2013 is het tekort ten opzichte van de EU bijna verdubbeld: van 125 miljard toen naar 236 miljard dollar vorig jaar.
Om de nul op de handelsbalans dichterbij te brengen, richtte Trump zich in zijn aankondigingspolitiek op het ene na het andere land. Beginnen deed hij met de grootste partners, ondanks de bondgenootschappen die de VS met de meeste van hen al ettelijke jaren onderhouden.
Alles samen importeerden de VS vorig jaar goederen ter waarde van 3.267 miljard dollar, het hoogste bedrag ooit. Die vele miljarden splitsen we op naargelang het land van oorsprong.
Mexico, China en Canada zijn samen goed voor meer dan 40 procent van het totaal. Over de zuidgrens kwam bijna 506 miljard dollar aan goederen, over de noordelijke grens met Canada ging het om net geen 413 miljard dollar. China nestelde zich met 439 miljard dollar aan goederen tussen de twee in.
De producten die Amerikanen uit elk land halen, verschillen sterk. Zo maken machines en elektronica het grootste deel uit van de goederen uit Mexico. Ook de import van auto's en auto-onderdelen weegt zwaar door.
Vanuit China worden in hoofdzaak machines (en onderdelen), elektronica en speelgoed ingevoerd. Alleen al die categorie is goed voor 206 miljard dollar aan import.
De import vanuit Canada moet de VS dan weer vooral van olie en andere mineralen voorzien. De Canadezen zijn zo onder meer belangrijk voor de Amerikaanse energievoorziening.
In het geval van de EU - met bijna 606 miljard dollar goed voor 18 procent van de totale Amerikaanse import - gaat het in de eerste plaats om farmaceutische en chemische producten. Duitsland is in zijn eentje goed voor een kwart van de import uit Europa.
Met eerste golven aan nieuwe tarieven raakt Trump aan zijn grootste handelspartners. Mexico, China en Canada kregen als eerste stevige tariefverhogingen te verwerken. In maart volgde de rest van de wereld met heffingen op aluminium en staal, sinds begin april zijn ook alle auto's die buiten de VS zijn gemaakt aan een invoertaks onderhevig.
En dan zijn er nog de spiegeltarieven, voor zo goed als alle producten uit zo goed als elk land ter wereld. Een discutabele berekeningswijze leverde voor alle handelspartners een te counteren heffing op, gaande van 10 procent als basistarief tot soms zelfs 50 procent aan bijkomende taksen.
Veel eerder dan de belemmeringen en barrières die andere landen op de handel met de Verenigde Staten zetten, kijkt Trump naar de grootte van het handelstekort om het nieuwe tarief te bepalen. De kloof tussen import en export bepaalt dus niet alleen welke landen hij in het vizier neemt, het vorm ook een weinig gefundeerde basis voor de hoogte van de nieuwe taksen. Die komen er naast de aluminium- en staaltarieven en de 25 procent die op auto's van niet-Amerikaanse makelij wordt geheven.
Bovendien behandelt het Witte Huis de Europese Unie als geheel: zo goed als alle goederen die vanuit de EU naar de VS worden verscheept zijn voortaan onderhevig aan een bijkomende heffing van 20 procent. Alleen straft die gebruikte berekeningswijze, die erg als nattevingerwerk aanvoelt, landen als België en Nederland extra hard. Mocht het spiegeltarief op het niveau van de lidstaten zijn berekend, dan zouden Belgische goederen aan slechts 10 procent extra invoertaks onderhevig zijn.
Daarnaast zijn er ook een resem voorbeelden van absurde tarieven op landen waarmee de Verenigde Staten amper handel drijven tot eilandengroepen waar geen mens woont. Het toont aan dat er van wikken en wegen van de belemmeringen die de VS ervaart weinig sprake is. Sinds woensdag 9 april zijn Trumps zogenaamde 'wederkerige tarieven' van kracht.
De tarieven op forse wijze aankondigen is één ding, eraan vasthouden blijkt een ander. Binnen drie dagen na de start van de eerste heffingen tegen Mexico en Canada milderde Trump zijn standpunt. De taksen op de invoer van auto's en auto-onderdelen uit beide landen werden met een maand uitgesteld, terwijl ook producten die onder het USMCA-vrijhandelsakkoord tussen de drie landen vallen respijt krijgen.
En binnen de 24 uur na het ingaan van de spiegeltarieven kondigde Trump een pauze van 90 dagen aan voor alle landen die geen nieuwe tegentarieven heffen. De meeste handelspartners - ook de EU - worden zo op het basistarief van 10 procent gezet. Een zoveelste bocht en hersenkronkel in een handelsoorlog zonder precedent.
In tegenstelling tot de vorige keer zijn de grootste handelspartners van de VS overigens veel beter voorbereid. Zowel China, Canada als de EU sloegen na het ingaan van nieuwe taksen wel terug. In het losgeslagen opbod met de Chinese president Xi volgt op elke tegenzet in de vorm van tariefverhogingen op Amerikaanse producten een wraaktarief van Trump. Intussen heffen de VS importheffingen van 125 procent op Chinese goederen, China zit aan 84 procent op import uit de Verenigde Staten.
In het geval van de Europese Unie blijft de reactie op de aluminium- en staaltarieven initieel beperkt tot vooral Amerikaanse symbolische producten die in hoofdzaak uit Republikeinse staten komen. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen houdt de deur wel open voor stapsgewijze, forsere uitbreidingen. Ondanks alles blijft de EU openstaan voor een handelsdialoog met de VS.
Of het Witte Huis alle dreigende woorden ook omzet in daden, moet de komende weken duidelijk worden. Waarnemers zien in de aankondigingen vooral ook een onderhandelingsmiddel, om anderen onder druk te zetten of duidelijk te maken wie de sterkste is. Zo klopte Trump zich op de borst over de Canadese en Mexicaanse beloftes over het grensbeleid, in de strijd tegen drugs en migranten. Hun maatregelen zijn er volgens hem gekomen onder druk van de tarieven.
Een handelsoorlog uitlokken met zowel vriend als vijand is echter bijzonder riskant. Zo is het effect op de eigen economie vooral negatief, zowel voor consumenten als voor bedrijven, leren verschillende doorrekeningen. Ook de beurzen, zowel de Amerikaanse als wereldwijd, staan al wekenlang voornamelijk op verlies, vanwege de onzekerheid en de groeiende vrees voor een recessie.
Rest de vraag of de heffingen waaraan Trump zich vastklampt zijn doelstelling voor een kleiner handelstekort waarmaken. Hogere tarieven blijken daarvoor doorgaans contraproductief en halen zowel import als export naar beneden. Of hoe de vermeende oplossing het probleem erger en de Amerikaanse economie zwakker maakt.