Uitgelegd

De pensioenpijlers

Uitgelegd door Netto

In België bestaan er vijf pensioenpijlers. Elk van die pijlers draagt op zijn eigen specifieke manier bij tot de sterkte van de volledige constructie. Het wettelijk pensioen (eerste pijler) is bijzonder zwak. Daarom moet u het aanvullen, idealiter met de vier andere pijlers

START

De vijf pijlers

/

Eerste pijler

Wettelijk pensioen

Het wettelijk pensioen is het pensioen dat u tijdens uw loopbaan opbouwt. Het bedrag is afhankelijk van:

Uw statuut (loontrekkende, zelfstandige, ambtenaar). Het gemiddeld maandelijks bruto pensioen van een loontrekkende bedraagt 1.558 euro, dat van een zelfstandige 1.281 euro en dat van een ambtenaar 2.615 euro.

De duur van uw loopbaan. Een volledige loopbaan bedraagt 45 jaar. Hebt u slechts 42 jaar gewerkt, dan hebt u recht op een pensioen gelijk aan 42/45ste. Bepaalde periodes waarin u niet hebt gewerkt (werkloosheid, ziekte, tijdskrediet), worden ‘gelijkgestelde periodes’ genoemd. Zij tellen op dezelfde manier (of slechts deels) mee voor uw pensioen.

De hoogte van uw loon is bepalend voor uw pensioenbedrag... tot op een zeker niveau.

Het loon dat u tijdens uw loopbaan ontvangen hebt. Hoe hoger dat loon was, hoe meer pensioen u krijgt… tot op een zeker niveau. Het gedeelte van het loon boven een bepaalde limiet (bijvoorbeeld 55.657,47 euro voor loontrekkenden) genereert geen bijkomende pensioenrechten.

In bepaalde gevallen is het ook afhankelijk van de gezinssamenstelling. Alleen wanneer u gehuwd bent, kan één van de partners een gezinspensioen (verhoogd met 25 procent) krijgen, op voorwaarde dat dit hoger ligt dan de som van de twee individuele pensioenen. Het gezinspensioen is niet van toepassing voor ambtenaren.

Ook al hebt u recht op het maximaal wettelijk pensioen – wat zelden het geval is – toch zal dat bedrag absoluut niet volstaan om in uw uitgaven te voorzien wanneer u met pensioen gaat. In België bedraagt het gemiddeld wettelijk pensioen 1.063 euro. Daarbij zijn er grote verschillen afhankelijk van het statuut en van het feit of het mannen of vrouwen betreft. Om uw pensioeninkomen op te krikken kunt u gelukkig een beroep doen op verschillende andere pijlers waarvan de fiscus er sommige aanmoedigt.

/

Tweede pijler

Aanvullend pensioen

Rekening houdend met de lage eerste pijler kunnen alle werknemers zelf een aanvullend pensioen opbouwen en worden ze ook aangemoedigd om dat te doen.

Loontrekkenden genieten van een groepsverzekering of een pensioenfonds afgesloten door hun bedrijf of sector. De werkgever (en in sommige gevallen de werknemer) stort(en) bijdragen die genieten van een fiscaal voordeel en op termijn een pensioenkapitaal opbouwen. Loontrekkenden van wie de werkgever geen pensioenplan aanbiedt, kunnen vanaf 2019 een Vrij Aanvullend Pensioen Voor Werknemers (VAPW) afsluiten.

Ook wanneer uw werkgever geen pensioenplan aanbiedt, kunt u vanaf 2019 een Vrij Aanvullend Pensioen opbouwen.

Alle zelfstandigen hebben de mogelijkheid om een Vrij Aanvullend Pensioen Voor Zelfstandigen (VAPZ) af te sluiten. Het aanvullend gedeelte dat ze daarmee kunnen opbouwen, is wel zeer beperkt. Zij beschikken over twee mogelijkheden om hun pensioen aan te vullen. Zelfstandigen met vennootschap kunnen voor zichzelf een Individuele Pensioentoezegging (IPT) afsluiten. Zelfstandigen als natuurlijk persoon kunnen sinds 2018 dan weer een Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ) opbouwen.

(Benoemde) statutaire ambtenaren hebben een hoger wettelijk pensioen. Zij hebben geen toegang tot een aanvullend pensioen van de tweede pijler.

Contractuele ambtenaren daarentegen kunnen niet rekenen op het gunstige wettelijk ambtenarenpensioen. Sinds 2017 worden de overheidsdiensten wel aangemoedigd om voor deze personeelscategorie een aanvullend pensioen af te sluiten.

/

Derde pijler

Pensioen- en langetermijnsparen

Iedereen, ongeacht of men al dan niet werknemer is, kan via pensioensparen genieten van fiscale voordelen door geld te storten in een pensioenspaarverzekering (gewaarborgd rendement) OF een pensioenspaarfonds (rendement gerelateerd aan beleggingen).

In beide gevallen kunt u in 2019 maximaal een bedrag van 980 euro storten met een fiscaal voordeel van 30 procent, of 1.260 euro met een fiscaal voordeel van 25 procent.

In het kader van het langetermijnsparen is het bedrag dat u kunt sparen en waarvoor u kunt genieten van een fiscaal voordeel afhankelijk van uw netto belastbaar beroepsinkomen. Voor 2019 bedraagt het maximaal aftrekbare bedrag 2.350 euro waardoor u 705 euro aan belastingen kunt besparen.

/

Vierde pijler

Individueel sparen

Met een beetje geluk beschikt u ook nog over de middelen om op regelmatige basis in de loop van uw leven zelf te sparen, zonder daarvoor fiscaal aangemoedigd te worden. Dat kan via een gewone spaarrekening, een effectenportefeuille (aandelen, obligaties), bepaalde levensverzekeringen enzovoort.

/

Vijfde pijler

Vastgoed

Sommigen beschouwen vastgoed als een afzonderlijke pijler. Eigenaar zijn van uw eigen woning is inderdaad een bonus bij uw pensioen, zeker als u uw hypothecaire lening volledig heeft terugbetaald. De ‘uitgavenpost’ in uw budget als gepensioneerde verkleint daardoor aanzienlijk.