Uitgelegd

De geboorte van de euro

Uitgelegd door Bart Haeck

Vijfentwintig jaar oud is het verdrag van Maastricht ondertussen. Het vormde het startschot voor de euro. Maar sindsdien is de Europese Unie er niet meer in geslaagd een stap van die omvang te zetten.

START

De vragen

/

Wat is het verdrag van Maastricht?

Het verdrag van Maastricht heet officieel Verdrag betreffende de Europese Unie. Het werd in 1991 onderhandeld door de regeringen van de toenmalige twaalf leden van de toenmalige Europese Gemeenschap en werd ondertekend op 7 februari 1992.

Het verdrag legde de fundamenten van de euro en voerde de naam Europese Unie in.

/

Wat ging vooraf?

‘Europa zal niet in één stap gemaakt worden, of volgens één plan. Het zal worden gebouwd dankzij concrete verwezenlijkingen die de facto een solidariteit zullen doen ontstaan. De eeuwenoude rivaliteit tussen Duitsland en Frankrijk zal moeten worden geëlimineerd opdat op deze manier de naties van Europa tot elkaar kunnen komen.’

Zo begint de Schuman-verklaring, die de toenmalige Franse minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman op 9 mei 1950 gaf.

En zo is het ook gelopen. In 1951 lieten Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux-landen in het verdrag van Parijs hun oorlogsindustrieën – kool en staal – samensmelten in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. In 1957 richtten dezelfde zes landen in Rome de Europese Economische Gemeenschap op (EEG), waarmee hun samenwerking verder reikte. In dat verdrag werd het skelet van de structuren gebouwd waarop de EU nog altijd steunt. Een raad van ministers stippelt het beleid uit, daarin bijgestaan door het Europees Parlement. Een Commissie voert het beleid uit. Een Hof van Justitie waakt over de correcte uitvoering.

Ook de grote evenwichten in het EU-beleid dateren van toen. Duitsland wilde zijn industrie doen floreren op de Europese markt, Frankrijk wilde als tegengewicht landbouwsteun, Italië wilde als compensatie investeringen in de arme regio’s via de structuurfondsen.

Ook een andere strijd dateert van toen: het gevecht tussen zij die meer Europese samenwerking willen en zij die de macht in de natiestaat willen houden. De allereerste grote clash daarover gebeurde al in het prille begin, toen de Franse president Charles De Gaulle het idee voor een Europese Defensie Unie afschoot.

Na de verdragen van Rome was het daarom decennialang wachten op echt verdere vooruitgang. Die kwam er in de jaren tachtig. In 1987 ondertekenden de EG-landen de Single European Act, waarin ze een nieuw fundament bouwden. Niet alleen de barrières voor export moesten verdwijnen tussen de EG-landen, maar ook alle barrières voor vrij verkeer van diensten, personen en kapitaal, zodat tegen 1992 een eengemaakte markt zou ontstaan. Het was een doel waar zowel de Britse ‘freetraders’ als de voorstanders van een sterk Europa – onder leiding van commissievoorzitter Jacques Delors – zich in vonden. De Single European Act was de eerste verdragswijziging sinds 1957.

In diezelfde periode, in 1985, ondertekenden Frankrijk, Duitsland en de Benelux-landen ook als eersten het verdrag van Schengen, waarin ze hun onderlinge grenscontroles afschaften. Dit verdrag had oorspronkelijk niets te maken met de EU, maar werd er later wel onderdeel van.

Het verdrag van Maastricht legde de funderingen voor de euro. Het legde de eurolanden daarom de Maastricht-norm op, waarbij het begrotingstekort onder de drie procent van het bbp moet blijven en de staatsschuld onder de zestig procent van het bbp.

Bart Haeck | Redacteur politiek

/

Welke stap zette de EU met het verdrag van Maastricht?

De grootste stap sinds 1958. Het verdrag van Maastricht legde de funderingen voor de euro. Het legde de eurolanden de zogenaamde Maatricht-norm op, waarbij het begrotingstekort onder de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) moet blijven en de staatsschuld onder de 60 procent van het bbp. In Maastricht werd ook de Europese Centrale Bank (ECB) geboren.

Daarnaast werd komaf gemaakt met de oude structuren zoals ze sinds 1958 bestonden. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal verdween als aparte organisatie. Euratom, de samenwerking rond nucleaire energie, verdween. De Europese Economische Gemeenschap (EEG) verdween. Allemaal gingen ze op in wat sindsdien de Europese Unie wordt genoemd.

Javier Solana

De EU sloeg ook haar vleugels uit. De eerste stenen van een gemeenschappelijk buitenlands beleid werden gelegd, een beleid waarvan jarenlang de Spanjaard Javier Solana als Hoge vertegenwoordiger van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid van de EU het bekendste gezicht zou worden. En ook de eerste stenen van een hechtere samenwerking rond politie, binnenlandse zaken en justitie werden gelegd, een samenwerking die sinds de aanslagen in Parijs en Brussel weer onder de aandacht is gekomen. Beide nieuwe domeinen waren zo gevoelig dat het zwaartepunt van de macht bij de Europese hoofdsteden bleef liggen, die over defensie en buitenlands beleid een vetorecht behielden.

/

Hoe werd het verdrag onthaald?

De EU zette met veel moeite haar grote stap vooruit. In Denemarken wees de bevolking het verdrag in een referendum af, waarna vier uitzonderingen voor Denemarken werden ingevoegd en in een tweede referendum wel groen licht volgde.

In Frankrijk werd nipt een gelijkaardige situatie vermeden, toen in 1992 het verdrag in een referendum 50,8 procent van de stemmen haalde. In Londen stemde het House of Commons in met het verdrag, maar het leidde ei zo na tot de val van de conservatieve regering van John Major. Duitsland ging maar akkoord na groen licht van het grondwettelijk hof in Karlsruhe.

/

Wat is de verdienste van het verdrag?

Maastricht is de start van de EU zoals we ze kennen: niet alleen een samenwerking rond economie en (kool- en staal-)industrie, maar een samenwerking van de EU-landen op vrijwel alle domeinen, van justitie en buitenlands beleid tot cultuur. Maastricht is ook het verdrag waarin de EU wellicht haar meest voelbare en tastbare resultaat ooit bereikte: het geld dat in uw portefeuille zit, de euro.

/

Wat is de belangrijkste kritiek?

Dat het verdrag van Maastricht te vaak dode letter was en blijft. In 2003 was zowel in Frankrijk als Duitsland het gat tussen de overheidsinkomsten en –uitgaven groter dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De Belgische staatsschuld is nog nooit sinds de toetreding tot de euro onder de 60 procent gezakt. Op dit moment zijn er van de 19 eurolanden nog altijd maar vijf die aan de voorwaarden van Maastricht voldoen.

/

Hoe is nadien voortgebouwd op Maastricht?

Bestuur van de EU

Het verdrag van Maastricht werd onderhandeld door twaalf landen. In 1995 kwamen Finland, Zweden en Oostenrijk er bij. In 2004 kwamen de drie Baltische staten, Cyprus, Malta en vijf Oost-Europese landen er bij. In 2007 werden ook Roemenië en Bulgarije lid en in 2013 Kroatië.

Door Kolja21 (eigen werk) [CC BY-SA 3.0 of GFDL], via Wikimedia Commons

Al snel werd duidelijk dat de regels om een club van twaalf te besturen niet bleven werken bij een veel grotere club. De EU-landen probeerden dat op te lossen in het verdrag van Amsterdam (1997), het verdrag van Nice (2001) en het verdrag van Lissabon (2007).

Euro

Na de eurocrisis zijn de Europese verdragen gewijzigd om het reddingsfonds ESM mogelijk te maken. Ook heeft de Commissie de controle op de begrotingsafspraken verfijnd door nauwer toe te zien of de begrotingen en het bijbehorende sociaal-economisch beleid in de eurolanden wel dezelfde richting uitgaan. Dat moet verhinderen dat de eurolanden uit elkaar worden gespeeld op de financiële markten, zoals tijdens de eurocrisis gebeurde. Verder is de rol van de Europese Centrale Bank versterkt. Die houdt nu ook toezicht op de grote Europese banken.

Buitenlands beleid en binnenlandse veiligheid

In Maastricht hadden de twaalf toenmalige lidstaten de ambitie om nauwer samen te werken rond buitenlandse veiligheid (defensie en diplomatie) en binnenlandse veiligheid (justitie en politie). Die samenwerking is er, maar het zwaartepunt blijft liggen bij de Europese landen zelf. Zo is de Italiaanse Federica Mogherini de chef buitenland van de EU, maar ieder EU-land heeft nog altijd zijn eigen buitenlands beleid en defensie.