Uitgelegd

De Vlaamse stikstofwolk ontleed

Ondanks een akkoord binnen de Vlaamse regering blijft het wachten op een stikstofdecreet en finale duidelijkheid. De Tijd legt de puzzelstukjes van de stikstofwolk bij elkaar, van wat komt overgewaaid van onze buurlanden tot wat wordt uitgeblazen in de Westhoek.

Door Thomas Roelens, Thomas Segers, Olaf Verhaeghe en Pieter Lambrecht Gepubliceerd: 2 Mei 2022 Update: 14 November 2023

Derde keer, goede keer voor het stikstofakkoord? Het lijkt er wel op. Na een eerste historisch krokusakkoord uit 2022 en een tweede kader een jaar later kwam de Vlaamse regering halfweg november opnieuw tot een overeenkomst over de aanpak van de stikstofproblematiek. Na een de facto regeringcrisis tijdens de zomer, een vernietigde Ineos-vergunning en een eindsprint met naast ministers ook parlementaire expertise rond de tafel kwamen de drie regeringspartners - N-VA, CD&V en Open VLD - tot een compromis.

Vooral de eerste twee partijen stonden lange tijd met geslepen messen tegenover elkaar. Het belangrijkste twistpunt tussen N-VA en CD&V was de ongelijke behandeling tussen landbouw en industrie. CD&V kon zich niet vinden in veel strengere vergunningsregels voor boeren, terwijl minister van Omgeving Zuhal Demir het stikstofprobleem vooral bij de landbouw zag.

Ondanks het akkoord binnen de regering blijft het wachten op een finaal Vlaams stikstofdecreet. Bedoeling is om de wettekst nog voor het einde van het jaar voor en door het parlement gestemd te krijgen. De eerste versie van het stikstofdecreet, dat eerder door de Raad van State bijzonder kritisch onthaald werd, wordt met de nieuwe overeengekomen elementen aangepast.

Zonder tot sluiting dwingende rode lijsten voor boeren, maar wel met een onderscheid tussen landbouw en industrie. Maar waarom is dat laatste eigenlijk belangrijk? De Tijd dook in de Vlaamse stikstofwolk, in een zoektocht naar de antwoorden op wie voor welk deel van de uitstoot nu eigenlijk verantwoordelijk is.

Ammoniak en stikstofoxiden

De Programmatische Aanpak Stikstof, kortweg PAS, is er vooral op gericht de uitstoot van twee vermestende stoffen - ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx) - de komende jaren fors te beperken. Niet die gassen zijn het probleem, wel de hoeveelheid stikstof die mee vrijkomt.

Samen met Nederland trekt België al jaren het Europese peloton als het om stikstofemissie gaat. Die hoge uitstoot heeft verregaande gevolgen voor de luchtkwaliteit en daardoor ook voor de natuur, de levenskwaliteit en de gezondheid.

Planten hebben nood aan stikstof - ze groeien er door - maar een overvloed aan neergeslagen stikstofdeeltjes werkt verstikkend voor veel plantensoorten. Acht op de tien beschermde Natura 2000-gebieden in Vlaanderen kreunen onder een teveel aan neergedaald stikstof.

Uitstoot stikstofdioxide

Bron: Copernicus Atmosphere Monitoring Service

Hoewel bijna de helft van het stikstof dat bij ons landt uit het buitenland komt overgewaaid, vliegen nog veel meer Vlaamse stikstofgassen over de grenzen weg.

We zijn een netto-exporteur. Voor elk ton stikstof dat vanuit het buitenland naar hier komt, gaat ruim 2,3 ton buiten, becijferde het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO). Houden we geen rekening met het stikstof dat in zee terechtkomt, dan gaat het nog altijd om een factor van 1,7.

Het zijn vooral de stikstofoxiden die in grote hoeveelheden de regio- en landsgrenzen over gaan. Zo'n 95 procent komt verder dan 2 kilometer, ongeveer 80 procent raakt voorbij 80 kilometer, leren berekeningen van VITO.

Ammoniak blijft veelal dichter bij de plaats waar het wordt uitgestoten. Hoewel zo'n 89 procent van een ammoniakpluim verder dan 2 kilometer vliegt, raakt minder dan de helft ook verder dan 80 kilometer. Een derde van onze eigen ammoniakuitstoot belandt via droge en natte neerslag op Vlaamse bodems. Voor stikstofdioxide-emissie is dat slechts 9,5 procent.

Hoewel Vlaanderen nog altijd mee de kroon spant, is de jongste decennia beterschap merkbaar. Sinds 2000 is de uitstoot van de schadelijkste twee stikstofgassen aanzienlijk gedaald. Dat blijkt uit de meest recente data van de Vlaamse Milieumaatschappij.

Jaarlijkse uitstoot ton stikstof

Bron: Vlaamse Milieumaatschappij

Alleen schuilen onder de oppervlakte grote verschillen. Terwijl de totale emissie van stikstofoxiden tussen 2000 en 2019 met bijna de helft afnam, bleef de daling wat de ammoniakuitstoot betreft eerder beperkt. Sinds 2008 is er op dat vlak amper vooruitgang.

Waar komen de ammoniak en stikstofoxiden die in de lucht en op de grond terechtkomen vandaan? Wie is in Vlaanderen verantwoordelijk voor welke uitstoot?

Uitstoot ton stikstof in 2021

totale uitstoot

Bron: Vlaamse Milieumaatschappij

In 2021 werd in Vlaanderen 41.525 ton ammoniak de lucht in geblazen, tegenover 108.775 ton stikstofoxiden. Leggen we alle stikstofdeeltjes samen, dan oogt de verhouding ammoniak ten opzichte van de stikstofoxiden evenwel zo goed als fifty-fifty.

Want per kilogram ammoniak gaat 820 gram stikstof de lucht, per kilogram stikstofoxiden is dat 304 gram stikstof. In de strijd tegen het verstikkende stikstofdeken is alleen die hoeveelheid van belang.

Opgesplitst in de sectoren die stikstofgassen uitstoten springen twee groepen in het oog: de landbouw en het verkeer.

De landbouw is verantwoordelijk voor zowat 95 procent van de uitgestoten ammoniak, een aandeel dat de jongste jaren amper evolueert.

De ammoniakimpact van de chemie-industrie, de verwarming van huizen en appartementen of het wegverkeer is in vergelijking daarmee bijna verwaarloosbaar.

Onbelangrijk is die uitstoot zeker niet. De potentiële NH3-emissie van de geplande gascentrales in Dilsen-Stokkem en Vilvoorde speelde een doorslaggevende rol bij de weigering van hun vergunning door minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA).

De landbouw komt in het stikstofakkoord door zijn grote aandeel in de uitstoot van ammoniak in het vizier. Initieel zouden een beperkt aantal piekbelasters - landbouwbedrijven die dicht bij beschermde natuur zijn gevestigd - hun activiteiten volledig moeten stopzetten. In het laatste akkoord verdween die rode lijst uiteindelijk wel van tafel.

Ze krijgen wel de kans om vrijwillig te stoppen en worden daarvoor financiële gecompenseerd. Wie toch wil blijven, moet de uitstoot van stikstof zeer fors terugdringen. In de praktijk komt dat veelal neer op een volledige andere bedrijfsactiviteit.

Een diepere analyse van de ammoniakuitstoot door de landbouw leidt naar de stallen en de bemesting. Bijna 70 procent van de ammoniakemissie is afkomstig van de veeteelt en de dierlijke mest die wordt opgeslagen.

Om de uitstoot te doen dalen, investeren boeren al langer in luchtwassers en emissiearme stallen. Maar de Vlaamse regering wil die inspanningen verhogen. De overheid wordt ook strenger en verlaagt de drempelwaarden voor nieuwe vergunningen fors.

De varkens- en koeienstallen stoten het meeste ammoniak uit. De VMM becijferde dat beide diersoorten samen goed zijn voor meer dan 80 procent van de ammoniakemissie in de veeteelt.

In het Vlaamse stikstofplan krijgt de varkensteelt het het zwaarste te verduren. Tegen 2030 moet de varkensstapel met 30 procent krimpen. Over acht jaar zou Vlaanderen dan nog iets meer dan 4 miljoen varkens tellen, 1,7 miljoen minder dan vandaag.

Behalve vanuit de stallen komt een aanzienlijke hoeveelheid ammoniak van het bewerken van akkers en weilanden. Ook kunstmest brengt stikstof in de lucht. De hoeveelheid hangt in belangrijke mate af van het gebruikte type.

Voor wie dichter bij een Europees beschermd natuurgebied is gevestigd, is de impact van het stikstofakkoord het grootst. Geografisch bekeken springen vooral West-Vlaanderen en de Kempen in het oog als bron van ammoniakuitstoot in Vlaanderen.

Met Diksmuide als koploper - goed voor ruim 830 ton uitgestoten ammoniak - zijn de West-Vlaamse gemeenten goed voor meer dan 40 procent van de totale emissie. Verrassend is dat niet. West-Vlaanderen telt veruit de meeste landbouwbedrijven en dieren. In de regio Hoogstraten-Ravels-Wuustwezel is vooral de pluimveeteelt sterk vertegenwoordigd.

Wat met de stikstofoxiden?

De uitstoot van stikstofoxiden wordt in belangrijke mate door andere sectoren dan de landbouw beïnvloed. In Vlaanderen is hoeveelheid vrijgekomen NOx de voorbije twintig jaar fors verminderd, vooral op de weg, dankzij het vergroenen van het wagenpark en het bannen van oude, vervuilende diesels.

Ook op het vlak van energieproductie zijn sinds 2000 grote stappen gezet. Elektriciteitscentrales lieten kolen links liggen en schakelden over op gas of meer duurzame bronnen.

Toch blijft het transport over de weg met iets meer dan 30 procent de grootste bron van stikstofoxiden in Vlaanderen. Ook de luchtvaart en de internationale zeescheepvaart blijven met elk ruim 13 procent een aanzienlijke rol spelen. De transportsector is goed voor ruim 61 procent van alle Vlaamse stikstofoxiden.

De daling in de uitstoot van de industrie is veel minder uitgesproken. De grootste twee bronnen in die sector - de chemie- en de ijzer- en staalindustrie - zijn samen goed voor 8 procent van de emissie van stikstofoxiden. In vergelijking met het begin van de jaren 2000 is hun aandeel zelfs opgelopen. De industrie is vandaag goed voor bijna 14,5 procent van alle Vlaamse stikstofoxiden.

In het Vlaamse akkoord blijft de industrie, net als het wegverkeer, grotendeels buiten schot. De regering-Jambon legt de lat niet hoger dan in het bestaande Luchtbeleidsplan en houdt vast aan de eerder gemaakte afspraken. Volgens experts werd toen veel meer gevraagd van die sectoren dan van de landbouw.

Wel speelt de stikstofuitstoot bij het beoordelen van nieuwe of te verlengen vergunningen van bedrijven een almaar belangrijkere rol. De grote olieraffinaderij van TotalEnergies in de Antwerpse haven moet haar emissie van onder meer stikstofoxiden verder naar beneden halen voor ze een nieuwe langdurige omgevingsvergunning krijgt.

Vergunningendruk

Over de ambitie dat de stikstofuitstoot naar omlaag moet, was iedereen het altijd eens. Maar de meningen rond wie de grootste inspanningen moet leveren, liepen weken- en maandenlang uiteen. Met 3,6 miljard euro aan compenserende maatregelen voor de landbouw en een plan om de uitstoot van stikstof in de buurt van natuur tegen 2030 te halveren raakte de regering-Jambon het uiteindelijk wel eens. Tot de Raa van State meer dan één kritische kanttekening liet noteren.

Dagen en nachten van nieuwe onderhandelingen en bilaterale gesprekken, al dan niet bij ministers thuis, leverden halfweg november voor de derde keer in deze legislatuur witte rook op. N-VA, CD&V en Open VLD kwamen opnieuw tot een stikstofakkoord. Een politieke deal die nu nog moet worden vertaald in een aangepast stikstofdecreet dat liefst nog voor het einde van 2023 voor en door het parlement raakt.

De vergunningendruk vanuit zowel de Antwerpse haven als het ondernemende platteland blijft torenhoog, juridische zekerheid is er nog altijd niet. Procedures voor het Grondwettelijk Hof lijken onvermijdelijk. Vraag is of het nieuwe stikstofakkoord die ultieme testen zal kunnen doorstaan.