Uitgelegd

10 jaar financiële crisis

Uitgelegd door Stefaan Michielsen

De financiële crisis begon precies 10 jaar geleden. Hoe is ze ontstaan, wat heeft ze aangericht en hoe is geprobeerd ze te bestrijden? We leggen het voor u uit, in 8 episodes.

Lees onze reeks over 10 jaar financiële crisis deze week in De Tijd en op de site.

START

De episodes

/

De run op de bank

Op 14 september 2007 haastten tal van klanten van de Britse hypotheekbank Northern Rock zich naar hun bankkantoor om hun spaarcenten weg te halen, na berichten dat Northern Rock in de penarie zat en voor noodsteun had aangeklopt bij de Britse centrale bank.

Northern Rock was de eerste retailbank in Europa die het slachtoffer werd van de kredietcrisis die al enkele maanden broeide in de Verenigde Staten, maar tot dusver verrassend weinig onrust had veroorzaakt op de financiële markten.

Wachtrij aan Northern Rock

Dat veranderde toen de Franse grootbank BNP Paribas zich op 9 augustus 2007 genoodzaakt zag de terugbetaling van enkele van haar beleggingsfondsen te bevriezen, omdat op de activa ervan – Amerikaanse hypotheekleningen – geen waarde meer kon worden geplakt.

Die beslissing maakte de banken schichtig om nog zaken met elkaar te doen, de liquiditeit op de interbankenmarkt droogde op – ondanks interventies van de Europese Centrale Bank (ECB) en de Fed, haar Amerikaanse tegenhanger. Financiële instellingen die voor hun funding sterk afhankelijk waren van de interbankenmarkt, kwamen daardoor in de problemen. Het is dit wat Northern Rock deed struikelen. Voor het eerst werden spaarders in Europa hierdoor geconfronteerd met de kredietcrisis.

3.812 miljard dollar

In 2003 bereikte de Amerikaanse vastgoedbubbel een hoogtepunt. Dat jaar schreven Amerikaanse banken voor bijna 4.000 miljard dollar aan woningkredieten uit aan gezinnen. Cijfers voor 2016 spreken over minder dan 2.000 miljard.

/

Subprime-kredieten, de oorzaak van het kwaad

De kiem van de crisis lag bij de subprime-kredieten in de VS, hypotheekleningen die waren gegeven aan mensen met een beperkte kredietwaardigheid, soms ook wel ‘ninja’s’ genoemd - no income, no job, no assets (mensen zonder inkomen, zonder een job en zonder bezittingen).

Veel van die woonkredieten waren verstrekt tegen een variabele rente. Door de rentestijging in de VS tussen 2003 en 2007 kregen heel wat kredietnemers betalingsproblemen.

Huis te koop

Een flink stuk van de subprimekredieten was echter door de oorspronkelijke kredietverstrekkers doorverkocht aan andere financiële partijen.

Ze waren ook gebruikt in pakketten herverpakte kredieten – collateralized debt obligations (CDO’s). Daardoor was het moeilijk om in te schatten waar het risico precies zat – daarom sprak men ook van ‘toxische kredieten’ en groeide er wantrouwen tegenover financiële instellingen die in zulke herverpakte kredieten hadden belegd.

Bovendien was er een nieuwe financieel instrument op de markt gebracht, de credit default swaps (CDS), een verzekering tegen wanbetaling van de kredieten. Maar daardoor werd het compleet onduidelijk waar in het financieel systeem de subprimerisico’s precies zaten. Dat zou zware gevolgen hebben.

/

Amerikaanse kredietcrisis wordt wereldwijde bankencrisis

De bankrun op Northern Rock in september 2007 leidde niet meteen tot een paniekreactie op de beurzen. Wall Street zette op 9 oktober 2007 nog een nieuwe record neer. De grote schok kwam er pas een jaar later, op 15 september 2008, toen de autoriteiten in de VS het beu waren de zoveelste financiële instelling te moeten (helpen) redden en de New Yorkse zakenbank Lehman Brothers gewoon failliet lieten gaan.

Personeel op het hoofdkantoor van Lehman Brothers in New York

Het wantrouwen heerste nu compleet in de financiële sector, de banken die zwaar hadden belegd in herverpakte kredieten en/of voor hun funding erg afhankelijk waren van de interbankenmarkt, kregen het moeilijk. De kredietcrisis werd een bankencrisis. Een van de slachtoffers daarvan werd het Belgisch-Nederlandse Fortis dat eind september 2008 omviel. De Belgische bankdivisie, Fortis Bank België, werd overgenomen door het Franse BNP Paribas.

In de VS en in Europa begonnen heel wat banken te wankelen en dienden de overheden de banken met vele miljarden te onderstutten.

110 miljard euro

Griekenland kwam in het vizier van de financiële markten en moest aan een Europese reddingslijn van meer dan 100 miljard euro.

/

De Grote Recessie en de eurocrisis

De omvallende banken deed de consumenten en bedrijven schrikken en veroorzaakte vanaf eind 2008 en in 2009 een zware economische recessie. Ook de stroevere kredietverlening speelde daarin een rol.

Die recessie had een stevige impact op de overheidsfinanciën in heel wat landen en deed begrotingen ontsporen. De overheidsfinanciën werden bovendien bezwaard door de vele miljarden die in verschillende landen waren uitgetrokken om banken in moeilijkheden te redden of te onderstutten.

De ontsporende begrotingen leidden tot een verminderde kredietwaardigheid van verschillende landen. Vooral Griekenland kwam in het vizier van de financiële markten toen na verkiezingen in 2010 dat het begrotingstekort er dubbel zo groot was als was gezegd. Het land kon zijn schulden niet meer financieren op de financiële markten en kreeg uiteindelijk een Europese reddingslijn van 110 miljard euro. In ruil moest Griekenland wel instemmen met een programma van zware besparingen en hervormingen.

De financiële markten hielden ook de overheidsfinanciën van Spanje, Portugal en Italië kritischer tegen het licht, en eisten een hoge risicopremie om die landen nog geld te lenen. De problemen in de PIGS-landen (Portugal – Italië – Griekenland- Spanje) zette een zware druk op de euro en veroorzaakten grote spanningen in de eurozone die op een bepaald ogenblik op springen stond.

/

Banken onder de knoet

Om de banken beter bestand te maken tegen schokken, werden ze verplicht hogere kapitaalbuffers aan te houden. De mogelijkheden voor de banken om te speculeren zijn aan banden gelegd, de bonussen voor bankiers zijn beperkt omdat die zouden aanzetten tot risicovol gedrag.

Daarnaast is ook het toezicht op de banken verstrengd en worden ze op regelmatige basis onderworpen aan stresstest.

Protest van Kaupthing klanten

En om te vermijden dat er bij twijfel over de stabiliteit van een bank al te gauw een bankrun op gang komt – zoals bij Northern Rock het geval was – in alle Europese landen de depositowaarborg voor de rekeninghouders en spaarders verhoogd tot 100.000 euro.

In Europa is het bankentoezicht van de nationale toezichthouders overgeheveld naar de ECB. Dit Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (Single Supervisory Mechanism –SSM) moet een neutraler en strenger toezicht waarborgen.

Een ander onderdeel van deze Europese bankenunie is er ook geharmoniseerde regels zijn gekomen voor de aanpak van probleembanken, het Gemeenschappelijk Afwikkelmechanisme (SRM). Daar wordt bewaakt door een Europese instantie, de Single Resolution Board. Dit alles zou er in principe toe moeten leiden dat niet langer belastinggeld moet worden gebruikt om probleembanken overeind te houden.

/

Stimuleren of besparen?

De economie werd ondersteund met verschillende stimuleringsprogramma’s. In een aantal landen – de VS, Duitsland, Frankrijk – gebeurde dat door een schrootpremie te geven aan wie zijn oude auto inruilde voor een nieuwe.

Maar de overheidsfinanciën in veel landen lieten weinig ruimte om via een expansief begrotingsbeleid de economie te stimuleren. Landen die hun begrotingstekort te sterk lieten oplopen, werden daar door de financiële markten meteen voor afgestraft. In november van 2011 bijvoorbeeld piekte de rente op Belgische staatspapier op 5,8 procent als gevolg van de moeilijke regeringsvorming en de vrees voor de grote impact van het Dexia-debacle op de Belgische overheidsfinanciën.

Het stimuleren van de economie gebeurde dus met de handrem op, maar daardoor raakte de economie moeilijk uit het dal.

Europa reageerde op de eurocrisis – veroorzaakt door ontsporende begrotingen in een aantal eurolanden – door in het zogenaamde Europese Sixpack strengere afspraken te maken om de economische ontwikkelingen in de lidstaten beter in de pas te doen lopen. Europa kreeg hiermee meer bevoegdheden om de begrotingsdiscipline te doen naleven door de lidstaten en om corrigerend op te treden in het geval van andere buitensporige macro-economische onevenwichtigheden.

2.013,1 miljard euro

Sinds de start van haar inkoopprogramma in maart 2015 kocht de Europese Centrale Bank al voor meer dan 2000 miljard eurp aan schulden op. Het gros daarvan (1.661 miljard) zijn staatsobligaties.

/

Super Mario brengt redding

De ECB ging op verschillende manieren de crisis te lijf. Door noodkredieten te geven aan banken die met liquiditeitsproblemen kampten bijvoorbeeld, en door de beleidsrente te verlagen, van in verschillende stappen te verlagen van 4,25 procent in september 2007 tot 1 procent in mei 2009.

De eurocrisis, die de Europese staatshoofden en regeringsleiders niet meteen konden bezweren, legde de bal opnieuw niet in het kamp van de ECB. Tijdens een speech in Londen op 26 juli 2012 beklemtoonde ECB-voorzitter Mario Draghi dat de ECB alles zou doen wat nodig was om de euro te vrijwaren.

Mario Draghi

De daarop volgende maanden werd de rente verder verlaagd, tot uiteindelijk 0,05 procent in september 2014 en 0 procent in maart 2016.

Maar het rentewapen bleek niet sterk genoeg. Daarom startte de ECB vanaf maart 2015 met een massaal opkoopprogramma van staatsobligaties, om de marktrente nog verder te verlagen, de economie te stimuleren en de zwakkere eurolanden te beschermen tegen oplopende rentes op hun overheidsschulden. In totaal kocht de ECB al voor ruim 2.000 miljard euro staatsobligaties, bedrijfsobligaties en herverpakte bankkredieten op. Dat zijn evenveel liquiditeiten die in de financiële markten werden gepompt.

/

Crisis is voorbij, maar littekens blijven

De naschokken van de financiële crisis doen nog altijd banken omvallen. In juni dit jaar werd Banco Popular, de zesde grootste bank in Spanje, in vereffening geplaatst door de Europese Afwikkelingsautoriteit. Santander nam de bank over voor een symbolische euro. In Italië werden dezelfde maand de regionale banken Veneto Banca en Banca Popolare di Vicenza failliet verklaard. De goede delen ervan werden overgenomen door de grootbank Intesa Sanpaolo.

Geldautomaat bij Banco Popular

Deze banken werden, dankzij de nieuwe procedures, op een ordentelijke manier afgewikkeld. Daardoor was er geen besmetting naar andere banken en kwam de stabiliteit van het financieel systeem niet in het gevaar. Het veroorzaakte geen paniek bij de spaarders en op de beurzen.

De Europese Commissie kondigde in augustus in een rapport het einde van de crisis aan. De economische groei in de eurozone trekt weer aan, de werkloosheidsgraad daalt, de overheidsschulden zakken en de aandelenmarkten floreren. De economie is inderdaad aan de beterhand. Maar tien jaar crisis heeft wel, door de afwezigheid van groei gedurende bijna tien jaar, een groot welvaartsverlies veroorzaakt dat niet meer in te halen is.

De vraag is ook of de prestaties van de economie en de financiële markten overeind blijven zonder de zware monetaire doping. Zolang het monetair beleid niet is genormaliseerd – het opkoopprogramma van de ECB beëindigd, de beleidsrente een stuk hoger – kan niet worden gesteld dat de financiële crisis volledig is verteerd.